5.16 - Herstartregeling
Herstarttype — de koelmachine kan uitschakelen en wachten totdat
de last is toegenomen om tegemoet te komen aan de vereisten voor
herstart wanneer de compressor licht beladen draait. Dit in- en
uitschakelen is normaal en staat bekend als "herstarten." Een herstart
bedrijfsonderbreking wordt in gang gezet bij een van de volgende
condities:
Koelbedrijf
-
De uittredetemperatuur gekoeld water (of intredetemperatuur
gekoeld water, indien de OPTIE REGELING EWT is
ingeschakeld) is meer dan 5° F (2,8° C) lager dan het
REGELPUNT.
-
D e u i tt re d e t e m p e ra t u u r g e ko e l d w a t e r ( o f
intredetemperatuur gekoeld water, indien de OPTIE
REGELING EWT is ingeschakeld) is lager dan het
REGELPUNT, en de temperatuurverschil gekoeld water
i s
m i n d e r
BEDRIJFSONDERBREKING DELTA T.
Verwarmingsbedrijf
-
De uittredetemperatuur condensorwater (of intredetemperatuur
condensorwater, indien de OPTIE REGELING EWT is
ingeschakeld) is meer dan 5° F (2,8° C) hoger dan het
REGELPUNT.
-
De uittredetemperatuur condensorwater (of intredetemperatuur
condensorwater, als de OPTIE REGELING EWT is
ingeschakeld) is hoger dan het REGELPUNT, en het verschil
in condensorwatertemperatuur is kleiner dan de HERSTART
BEDRIJFSONDERBREKING DELTA T.
OPMERKING: herstart bedrijfsonderbreking vindt niet
plaats als het REGELPUNT is veranderd met meer dan
een graad F binnen de vorige 5 minuten van de bedrijfsstatus.
Als de koelmachine herstart, blijft de het relais van de koelwaterpomp
bekrachtigd, dus kan de temperatuur van het gekoeld water worden
gecontroleerd op toenemende belasting. De heropstartregeling
gebruikt HERSTART HEROPSTART DELTA T om te controleren
wanneer de compressor opnieuw moet worden opgestart. De
compressor start op wanneer de koelmachine:
Koelbedrijf
-
Uittrede gekoeldwatertemperatuur (of intrede
gekoeldwatertemperatuur, als de OPTIE REGELING
EWT is ingeschakeld) is hoger dan het REGELPUNT
plus HERSTARTEN HEROPSTART DELTA T
gedurende 5 opeenvolgende seconden.
Verwarmingsbedrijf
-
Uittrede condensorwatertemperatuur (of intrede
condensorwatertemperatuur, als de OPTIE REGELING
EWT is ingeschakeld) is lager dan het REGELPUNT
minus HERSTARTEN HEROPSTART DELTA T
gedurende 5 opeenvolgende seconden.
d a n
d e
H E R S T A R T
5.17 - Draaitimers en tellers
De regeling van de 19-serie PIC 5+ kent twee draaitijdklokken:
COMPRESSOR ONTIME en SERVICE ONTIME.
COMPRESSOR ONTIME geeft het totale aantal draaiuren van
de compressor aan. SERVICE ONTIME is een opnieuw instelbare
timer die kan worden gebruikt om de uren aan te geven sinds de
laatste servicebeurt of enige andere gebeurtenis. Een aparte teller
telt de compressorstarts als TOTAAL COMPRESSORSTARTS.
Ze kunnen allemaal worden bekeken op het scherm DRAAITIJDEN
in het HMI. Beide ontime-tellers draaien door naar 0 bij 500.000
uur. Handmatige veranderingen aan SERVICE ONTIME vanaf
het scherm zijn toegestaan.
De koelmachine kent ook een start-tot-start timer en een stop-tot-
start timer. Deze timers begrenzen hoe snel de koelmachine kan
worden gestart. TIMERs worden getoond in het scherm
DRAAITIJDEN en kunnen worden geconfigureerd in het scherm
CONFIGURATIEMENU/ ALGEMENE CONFIGURATIE.
Deze timers moeten uitgeteld zijn als de koelmachine start. Als de
timers niet zijn uitgeteld, PROGRAMMASTATUS parameter op
het scherm standaard en ALGEMENE PARAMETERS geeft
ONDERBREKING weer.
De andere twee timers die worden getoond in het scherm
DRAAITIJD zijn 'zachte heropstarts binnen 1 uur' en 'herst opstart
binnen 4 uur' . De eerst bepaalt dat maximum 4 zachte heropstarts
voor de koelmachine kunnen worden toegepast binnen 1 uur. De
andere maakt duidelijk dat er minder dan 5 herstarten heropstarts
moeten zijn binnen 4 uur, anders zal het systeem niet doorgaan met
de prestartcontrole.
5.18 - Waterpompaansturing
OPMERKING: om de koelmachine en de condensorpomp te
bekrachtigen en om bevriezing te voorkomen van de verdamper-
en condensorleidingen, moet de hydraulische apparatuur eerst
worden ingeschakeld (deze kan worden geconfigureerd in het
CONFIGUATIEMENU/ FABRIEK (scherm).
Vorstpreventie verdamper
Wanneer de verzadigde koudemiddeltemperatuur verdamper of de
koudemiddeltemperatuur verdamper lager is dan het VERD
KOUDEM STORINGSPUNT plus KOUDEMIDDEL GEDW
WERKING DELTA T (configureerbaar van 2^F tot 5^ F (1,1^C
tot 2,8^C) in het scherm CONFIGURATIEMENU/ CONFIG
BESCHERMENDE GRENS), dan vindt de gebeurtenis
"GEDWONGEN WERKING – LAGE KOUDEM TEMP VERD"
plaats.
In iedere draaistatus, als een van de volgende condities klopt:
-
verzadigde koudemiddeltemperatuur verdamper of
koudemiddeltemperatuur verdamper gelijk is aan of minder
dan het VERD KOUDEM STORINGSPUNT (33° F of 0,6°
C in het geval van water, configureerbaar voor brijn in het
s c h e r m
C O N F I G U R AT I E M E N U /
BESCHERMENDE GRENS) plus een graad F.
-
Temperatuur uittrede gekoeldwater of intrede gekoeldwater
temperatuur is lager dan het VERD KOUDEM
STORINGSPUNT plus 1 graad F.
C O N F I G
27