5.37 - Mariene optie
Mariene koelmachines zijn enigszins anders dan de normale
koelmachines, en hebben enkele nieuwe functies.
5.37.1 - Olie roeren
Indien "fabrieksparameters" -> "mariene optie" is ingeschakeld,
wanneer de koelmachine niet draait, wordt de oliepomp iedere 3
uur 30 seconden ingeschakeld, ongeacht of de olieverwarmer aan of
uit staat. Als het olie roeren gaande is, wordt de olieverwarmer
uitgeschakeld.
5.37.2 - Vermogensverzoek
Als "fabrieksparameters" -> "optie vermogensverzoek" is
ingeschakeld, wanneer de koelmachine opstart, stuurt het een signaal
vermogensverzoek en een waarschuwing 104 terwijl het waterdebiet
verifieert. Nadat het toestemming ontvangt om feedback te starten,
gaat het opstarten verder. Het signaal vermogensverzoek blijft actief
totdat de compressor is ingeschakeld. Als er geen toestemming is
om feedback te starten 5 minuten nadat het vermogensverzoek is
verstuurd, of de toestemming om feedback te starten is gedeactiveerd
voordat de compressor is ingeschakeld, dan wordt het opstartproces
beëindigd en zal het een alarm activeren.
Indien "fabrieksparameters" -> "optie reg vermogensverzoek" is
ingeschakeld, zal het signaal vermogensverzoek actief blijven nadat
de compressor is ingeschakeld. Als de toestemming om feedback te
starten is gedeactiveerd terwijl de compressor draait, dan wordt een
alarm bedrijfsonderbreking geactiveerd.
5.37.3 - Berekening nadering verdamper
Als "optie configuratie" -> "selectie verd toep berek" is ingesteld op
verz temp, wordt nadering verdamper berekend op basis van de
verdamper wateruittredetemperatuur en de verzadigde temperatuur
verdamper.
Als deze optie is ingesteld op ref temp, wordt nadering verdamper
berekend van de verdamper wateruittredetemperatuur en de
verdamper koudemiddeltemperatuur.
5.37.4 - Berekening temperatuur verdampervloeistof
Als "optie configuratie" -> "optie verd vloeist temp" is ingesteld op
inschakelen, dan zal de regelaar de verdamper vloeistoftemperatuur
aflezen van de verdampertemperatuur opnemer.
Als deze optie is ingesteld op uitschakelen, dan wordt de verdamper
vloeistoftemperatuur berekend op basis van de verdamper
drukopnemer.
5.37.5 - Vrije koeling
Als "fabrieksparameters" -> "optie vrije koeling" is ingeschakeld, zorgt
een van de volgende dat de koelmachine begint met vrije koeling:
-
Schakel "algemene parameters" in -> "start vrije koeling"
-
Stel in het netwerktype de "algemene parameters" in -> "start
vrije koeling" van CCN of BACNet.
-
Het contact van de startschakelaar vrije koeling is gesloten.
Wanneer vrije koeling gaande is, zal de koelmachine de volgende
stappen zetten:
-
De verdamper- en condensorwaterpomp inschakelen
-
De persdrukklep in een maximale openingspositie zetten
-
De geleideschoep in een maximale openingspositie zetten
-
Het uitgangscontact vrije koeling bedrijf activeren.
-
Vrije koeling bedrijf tonen op de thuispagina.
Vrije koeling bedrijf wordt alleen geactiveerd als de koelmachine
niet draait. Als de koelmachine draait, wordt het startverzoek vrije
koeling genegeerd. Wanneer vrije koeling gaande is, kan de
koelmachine niet opstarten.
5.37.6 - Condensorspoeling
Om te voorkomen dat de condensor corrodeert als deze langere tijd
niet wordt gebruikt, wordt aangeraden de condensor een keer per week
te spoelen.
Als "optie configuratie" -> "waarschuwing condensorspoeling" is
ingeschakeld, wanneer de condensorpomp 7 dagen niet heeft
gedraaid, wordt waarschuwing 166 geactiveerd om de gebruiker eraan
te herinneren de condensor te spoelen. De gebruiker kan de
condensorspoeling activeren door "algemene parameters" -> "start
condensorspoeling" te activeren. Waarschuwing 166 wordt
automatisch opnieuw ingesteld nadat de condensorspoeling is
geactiveerd.
De condensorspoeling duurt 2 uur en stopt dan automatisch. Tijdens
de condensorspoeling zal de koelmachine de volgende stappen zetten:
-
De condensorwaterpomp inschakelen
-
De persdrukklep in een maximale openingspositie zetten
-
Condensorspoeling bedrijf tonen op de thuispagina.
Condensor spoeling bedrijf wordt alleen geactiveerd als de
koelmachine niet draait. Als de koelmachine draait, wordt het
startverzoek condensorspoeling genegeerd. Wanneer vrije koeling
gaande is, als de koelmachine opdracht krijgt op te starten, zal de
condensorspoeling automatisch stoppen en zal de koelmachine
normaal opstarten.
5.38 - Uitgebreide open protocol connector
De ethernetconnector en de CCN-connector op de PIC 5+ regelaar
kunnen worden geconfigureerd tot Modbusconnector van
softwareversie 3.2 met behulp van de volgende stappen:
•
Stap 1: Configuratiemenu ->netwerkconfiguratie, optie
Modbus ingesteld op inschakelen
•
Stap 2: Modbusservertype ingesteld op 0(IP), de
ethernetconnector wordt de Modbusconnector; instellen
op 1(RS485), de CCN-connector wordt de Modbusconnector.
•
Stap 3: Wacht 40 seconden, de regelaar zal automatisch
herstarten om de configuratieverandering op te slaan.
Zelfs als de ethernetconnector wordt geconfigureerd tot uitgebreide
Modbusconnector, dan kan deze nog altijd worden geconfigureerd
tot Bacnet met gemonteerde Bacnet-dongle en de optie Bacnet
ingesteld op inschakelen.
5.39 - Ontluchten
De 19DV is voorzien van een regeling ontluchting, omdat het
koudemiddel op lage druk werkt.
De regeling ontluchting kan actief zijn (wanneer de ontluchtingsintrede
temperatuur hoger is dan het setpunt actieve ontluchtingstemperatuur)
of geforceerd op AAN wanneer de compressor van de koelmachine
AAN staat of de koelmachine is UIT met de ontluchting op inactief
optie inschakelen.
Er is een vertraging van 3 minuten nadat regeling ontluchting actief
is geweest. Als de regeling ontluchting geforceerd is of 3 minuten
vertraging zijn voorbij, dan zal het systeem koudemiddel ontluchten
van de condensor wanneer de compressor van de koelmachine draait
of van de compressor wanneer de compressor van de koelmachine
niet draait.
Wanneer de zuiggastemp van de ontluchtingscompressor lager is
dan 6F en de ontluchtingsniveauschakelaar laag is uit, dan zal het
systeem starten om ongeveer 10 seconden te vacumeren. Daarna zal
het systeem beginnen met de 20 seconden vertraging en opnieuw
de intredetemp van de ontluchtingscompressor controleren.
Wanneer het koudemiddelniveau in het ontluchtingsreservoir hoog
is of de zuiggastemp van de ontluchtingscompressor is lager dan 12F
en de ontluchtingsniveauschakelaar laag is aan, dan wordt de afvoer
ingeschakeld om het koudemiddel af te voeren uit het
ontluchtingsreservoir totdat het koudemiddelniveau laag is. De
ontluchtingsafvoerklep blijft AAN om het koudemiddel af te voeren
van het ontluchtingsreservoir naar de verdamper, ongeacht of de
compressor draait of niet
33