GEBRUIKERSHANDLEIDING
3. SYSTEEMBEHEER
4.
Ga met de pijltjestoetsen (< >) naar het bericht "Tijdschema inschakelen". Wanneer deze optie
actief is, wordt het blok automatisch ingeschakeld volgens een tijdschema dat door uw installateur is
geprogrammeerd. Druk op [*] om [J]a te selecteren om de Auto inschakelfunctie aan te zetten. Om
de functie uit te zetten, druk op [*]om [N]ee te selecteren. Druk op [#].
5.
Ga met de pijltjestoetsen (< >) naar het bericht "Tijdschema uitschakelen". Wanneer deze optie
actief is, volgt het blok het Auto uitschakeltijdschema dat door uw installateur is geprogrammeerd.
Wat gebeurt er bij Auto inschakelen?
Op de ingestelde Auto inschakeltijd geeft het code bediendeel een pieptoon en zal de bel of sirene elke 10
seconden afgaan om alle aanwezigen in het gebouw te waarschuwen dat het systeem op het punt staat om
ingeschakeld te worden. De bel/sirene kan door de installateur als stil geprogrammeerd worden.
Druk, voordat het waarschuwingsalarm afgaat, op een willekeurige toets van het blokcode bediendeel om te
voorkomen dat het systeem automatisch inschakelt. Indien gewenst, kan uw installateur het systeem zo
programmeren dat een geldige toegangscode nodig is om te voorkomen dat het systeem automatisch
inschakelt. Wanneer u een toegangspas door de paslezer van een blok haalt (wanneer deze is geïnstalleerd)
wordt Auto-inschakeling ook voorkomen.
3.4 TIJD EN DATUM INSTELLEN
Voer de volgende stappen uit om tijd en datum in het systeem in te stellen:
1.
Voer een Hoofdcode in en druk op [9]. Op het display verschijnt "Systeem Hoofdcode Menu".
2.
Ga met de pijltjestoetsen (< >) naar het bericht "Stel systeemtijd in". Druk op [*].
3.
Geef de juiste tijd aan in 24-uurs formaat (HHMM). Bijv. om 3:51 's middags te programmeren type
"1551".
4.
Ga vervolgens met de pijltjestoetsen op het code bediendeel naar het bericht "Stel systeemdatum
in". Druk op [*].
5.
Voer de juiste datum in (MMDDYY). Bijv. om 31 mei 1997 te programmeren type "053197".
6.
Als tijd en datum eenmaal zijn ingevoerd, druk op [#] om het blok terug te laten keren naar de
normale uitgeschakelde stand.
3.5 ACITEVEREN DEUR ZOEMER
Wanneer de deurzoemer functie actief is, laat het code bediendeel vijf korte pieptonen horen wanneer een
zone wordt geopend of gesloten. Het code bediendeel geeft alleen pieptonen voor zones waarvoor de
deurzoemer functie is geactiveerd. Ingangen zijn vaak voorzien van deze functie zodat u wordt gewaarschuwd
als iemand het gebouw binnenkomt of verlaat.
Druk [*] [4] op een willekeurig code bediendeel om de deurzoemer te activeren. Om de zoemeroptie voor een
bepaalde zone te programmeren, dient u contact op te nemen met uw installateur.
OPMERKING: De deurzoemer werkt niet bij overbrugde zones.
3.6 BEKIJKEN GEHEUGENBUFFER
Elke systeemgebeurtenis wordt opgeslagen in een geheugenbuffer die vanaf elk code bediendeel kan worden
bekeken. Voer de volgende stappen uit om de geheugenbuffer te bekijken:
1.
Voer een Hoofdcode in en druk op [9]. Op het display verschijnt "Systeem Hoofdcode Menu".
2.
Ga met de pijltjestoetsen (< >) naar het bericht "Bekijken geheugenbuffer". Druk op [*].
3.
Nu kan de geheugenbuffer worden bekeken, te beginnen met de recentste gebeurtenis. Wanneer
een gebeurtenis in beeld komt, staat op de eerste regel van het display het volgnummer ervan en
het blok waarin het plaatsvond; op de tweede regel van het display staan datum en tijd van de
gebeurtenis. Druk op [*]
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. GEB.INB.EC6400V3.0.DSC.105TVE.V1.2.NL
Centraal Controle Paneel
EC 6400 V3.0
19
PC4020 versie 3.0