GEBRUIKERSHANDLEIDING
2. TOEGANSCODES
2.5 VERWIJDEREN BESTAANDE CODES
Een toegangscode kan in twee gedeelten worden gewist. Eerst kunnen alle codedata worden verwijderd
(toegangscode, gebruikersopties, bloktoegang, etc.). De toegangscode aanduiding wordt apart gewist.
Voer de volgende stappen uit om alle toegangscodedata uit een bestaande code te verwijderen:
1.
Voer [*] [5] in gevolgd door een Hoofdcode.
2.
Lokaliseer de code met behulp van een van de code zoek methodes (zie Hoofdstuk 2.2 "Bestaande
code wijzigen") Om te selecteren, druk op [*].
3.
Ga met de rechterpijltjes toets (>) naar het volgende display:
Select (5)
< >
Wis Data
4.
Druk op [1] of [*]. Alle toegangscodedata, behalve de toegangscodenaam, worden gewist.
Voer de volgende stappen uit om de toegangscodenaam uit een bestaande code te verwijderen:
1.
Voer [*] [5] in gevolgd door een Hoofdcode.
2.
Lokaliseer de code met behulp van een van de code zoek methodes (zie Hoofdstuk 2.2 "Bestaande
code wijzigen"). Om te selecteren, druk op [*].
3.
Ga met de rechterpijltjes toets (>) naar "Selecteer (2) Bewerk gebruikersnaam" en druk op [*].
4.
Het display geeft de huidige naam aan. Druk op [*].
5.
Op het display verschijnt "Selecteer (0) Wis Display". Druk op [*]. De toegangscodenaam wordt
gewist.
6.
Volg de instructies gegeven in Hoofdstuk 2.1 voor het programmeren van een nieuwe aanduiding, of
druk op [#] totdat u programmeren toegangscode hebt verlaten.
2.6 SPECIALE CODES
De volgende vier codes zijn speciale codes. Door de corresponderende gebruikersopties te selecteren, wordt
elke code geprogrammeerd, (zie Hoofdstuk 2.3 "Wijzig gebruikers code opties".
Systeem Hoofdcodes
Systeem Hoofdcodes hebben toegang tot alle blokken van het systeem. Deze codes kunnen worden gebruikt
om andere toegangscodes te programmeren, behalve andere Hoofdcodes. Zie Tabel 2-1 voor een lijst van
andere gebruikersopties geactiveerd voor deze code.
Supervisiecodes
De supervisiecode kan worden gebruikt voor het programmeren van andere toegangscodes die alleen actief
zullen zijn in het blok van de supervisor. Gebruikers met supervisiecodes kunnen geen andere
supervisiecodes of Systeem Hoofdcodes programmeren. Zie Tabel 2-1 voor een lijst van andere
gebruikersopties geactiveerd voor deze code.
Dwangcodes
Als de "Dwang" gebruikersoptie actief is, wordt de code een Dwangcode. Als deze code is ingevoerd, zendt
het systeem een dwangcode naar de PAC. Zorg ervoor dat de in- en uitschakel gebruikers opties ook voor
deze code actief zijn.
Codes voor eenmalig gebruik
Als de "eenmalig gebruik" optie actief is, wordt de code een code voor eenmalig gebruik. De code kan worden
gebruikt voor het uitschakelen van toegekende blokken. Wanneer de gebruiker het systeem inschakelt met
behulp van een code voor eenmalig gebruik zal het paneel de code na verstrijken van de uitloopvertraging
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. GEB.INB.EC6400V3.0.DSC.105TVE.V1.2.NL
Centraal Controle Paneel
EC 6400 V3.0
16
PC4020 versie 3.0