Aanwezigheidsmelder-opzetstuk 'standaard'
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Last schakelt zonder herkenbare beweging in.
Oorzaak:
Storingsbronnen in het detectiegebied.
Remedie:
zie Hfdst. Montage.
Last schakelt kort uit en onmiddellijk weer in.
Oorzaak:
Na uitschakeling wordt de ingestelde minimumhelder-
heid onderschreden, toestel schakelt bij bewegings-
detectie onmiddellijk weer in.
Remedie:
Uitschakelhelderheid verhogen: Regelaar lux een
klein stukje richting zon-symbool verstellen.
Impulsgever-modus
Het aanwezigheidsmelder-opzetstuk op een Systeem
2000 impulsgever-basiselement voor aanwezigheids-
melders dient ter verruiming van het detectiegebied
van het hoofdtoestel.
Aanwijzingen:
• Toestel is niet geschikt voor rechtstreeks scha-
kelen van lasten en levert alleen helderheids-
onafhankelijke bewegingssignalen aan het
hoofdtoestel.
• Het aanwezigheidsmelder-opzetstuk 'stan-
daard' kan niet op het impulsgever-basisele-
ment met 2-draadsaansluiting worden aan-
gesloten.
Wanneer zowel op het hoofd- als neventoestel (ma-
ster/slave) een aanwezigheidsmelder opzetstuk is
opgestoken, geschiedt het schakelen afhankelijk van
de helderheidsevaluatie door het hoofdtoestel.
Bij deze combinatie zijn de instelregelaars van het op-
zetmoduul op de impulsgever buiten werking. Instel-
ling geschiedt uitsluitend op het hoofdtoestel.
Voor de combinatie van het aanwezigheidsmelder-
opzetstuk 'standaard' met het impulsgever-basisele-
ment voor aanwezigheidmelder geldt, dat na uitscha-
keling van de verlichting een vergrendelingstijd van
ca. 3 seconden afloopt, voordat via de impulsgever
weer ingeschakeld kan worden.
Aanwezigheidsmelder-opzetstuk 'standaard'
Tip:
Hoe minder bewegingen in het bewaakte gebied te
verwachten zijn, deste langer dient de inschakeltijd te
worden gekozen.
Op die manier kan voortijdig uitschakelen van de ver-
lichting worden verhinderd.
Als standaardwaarde kan een instelling van 10
minuten worden gekozen (zie afbeelding I).
Bediening via de impulsgeveringang 1 van de
inzetmoduul:
Wordt een inbouw-inzetmoduul met impulsgeverin-
gang 1 (b.v. relais-inzetmoduul) als aanwezigheids-
melder-hoofdtoestel gebruikt en via de impulsgever-
ingang 1 uitgeschakeld, is opnieuw inschakelen in de
volgende 2 minuten ook alleen via de impulsgeverin-
gang 1 mogelijk.
Detecties door de PIR-sensor leiden niet tot een in-
schakeling. Worden binnen deze 2 minuten verdere
bewegingen in het detectiegebied herkend, wordt de
vergrendeling van het hoofdtoestel weer naar 2 minu-
ten verlengd.
Pas na afloop van 2 minuten zonder detectie van een
beweging wordt de automatische werking van het
hoofdtoestel weer geactiveerd. D.w.z. een bewe-
gingsdetectie leidt al naar gelang de helderheidssi-
tuatie tot inschakeling.
Op die manier is het mogelijk, de automatische wer-
king selectief te deactiveren, b.v. om een ruimte te
verduisteren.
Via de impulsgeveringang 1 kan die verlichting hel-
derheidsonafhankelijk ingeschakeld worden. De hel-
derheidsmeting blijft actief. Dat betekent, dat de ver-
lichting na 10 minuten wordt uitgeschakeld, wanneer
deze niet nodig is.
3/07
Blz: 7 van 11