& Raadpleeg de
"Referentiehandleiding"
informatie.
Mastereffect
(MASTER FX)
Hier leest u hoe u het mastereffect kunt toepassen op de kit.
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de
MASTER FX [ON]-knop.
De MASTER EFX-items van het KIT EDIT-bewerkingsscherm
worden weergegeven.
2.
Selecteer een mastereffecttype.
De bewerkbare parameters verschillen voor elk effect.
& Raadpleeg de
"Referentiehandleiding"
informatie.
MEMO
U kunt de MASTER FX [CTRL]-regelaar gebruiken om de
toegewezen parameter te bewerken.
3.
Druk op de [KIT]-knop.
De [KIT]-knop dooft en u verlaat het scherm.
Parameters toewijzen aan de [CTRL]-regelaars
(CTRL SELECT)
U kunt parameters toewijzen aan de [CTRL]-regelaars van de sectie
voor het bewerken van het instrument en u kunt deze parameters
regelen terwijl het patroon wordt afgespeeld.
1.
Druk op de
[CTRL
SELECT]-knop om deze te doen
oplichten.
Het CTRL SELECT-scherm verschijnt.
2.
Gebruik de [VALUE]-regelaar om een parameter te
selecteren.
Dezelfde parameter wordt geselecteerd voor alle [CTRL]-regelaars.
3.
Druk nogmaals op de
[CTRL
De
[CTRL
SELECT]-knop dooft en u verlaat het CTRL SELECT-scherm.
Een andere functie voor elk instrument
toewijzen aan de [CTRL]-regelaar
1.
Druk op een [BD]–[RC]-knop terwijl u de
SELECT]-knop ingedrukt houdt.
De parameter die aan de [CTRL]-regelaar is toegewezen, wordt
weergegeven.
2.
Gebruik de [VALUE]-regelaar om een parameter te
selecteren.
3.
Druk op de
[CTRL
SELECT]-knop.
De
[CTRL
SELECT]-knop dooft en u verlaat het scherm.
MEMO
U kunt ook een selectie maken uit de toewijsbare parameters
door de
[CTRL
SELECT]-knop ingedrukt te houden en direct
de [CTRL]-regelaar te bedienen.
(PDF) voor meer
(PDF) voor meer
SELECT]-knop.
[CTRL
5 De door u gemaakte toewijzing wordt opgeslagen in de "User"-
parameter die u kunt selecteren in stap 2 van
toewijzen aan de [CTRL]-regelaars (CTRL SELECT)"
Meerdere instrumenten in lagen afspelen
(groepering voor laag)
U kunt een groep van meerdere instrumenten maken en hun
gelaagde geluid met één noot spelen.
U kunt gegroepeerde master-instrumenten op de volgende
manieren gebruiken. Het slave-instrument volgt het master-
instrument.
5 Patrooninvoer in
"TR-REC"
5 Padperformance in
"INST PLAY"
5 Padopname in
"INST REC"
Instrumenten groeperen
1.
Druk in het KIT-bewerkingsscherm lang op de [BD]–
[RC]-knop die u als het master-instrument wilt
opgeven.
Het INST GROUP-scherm verschijnt.
2.
Houd de knop waarop u in stap 1 hebt gedrukt,
ingedrukt en druk op de [BD]–[RC]-knop die u als
het slave-instrument wilt opgeven.
De instrumenten die u als master- en slave-instrument hebt
geselecteerd, worden gegroepeerd.
MEMO
5 Als u tijdens TR-REC op een gegroepeerde [BD]–[RC]-knop
drukt, licht de [BD]–[RC]-knop van het master-instrument (
op en knippert de [BD]–[RC]-knop van het slave-instrument
(
).
5 Als u tijdens INST PLAY/INST REC op een pad
van een gegroepeerd slave-instrument, wordt er geen geluid
geproduceerd.
5 Als u op de [MUTE]-knop drukt, licht de [BD]–[RC]-knop van
het master-instrument van dezelfde groep op en knippert de
[BD]–[RC]-knop van het slave-instrument.
De klank van een instrument selecteren
Klanken van een instrument van de momenteel geselecteerde kit
worden afzonderlijk geselecteerd.
1.
Druk op de [INST]-knop.
De [INST]-knop en de [BD]–[RC]-knop (die zijn geselecteerd voor
[TR-REC]) lichten op en het INST-scherm verschijnt.
2.
Gebruik de [VALUE]-regelaar om de klank van het
instrument te selecteren.
MEMO
Als u wilt wisselen tussen categorieën, houdt u de [SHIFT]-
knop ingedrukt en draait u aan de [VALUE]-regelaar.
3.
Druk nogmaals op de [INST]-knop.
De [INST]-knop dooft en u verlaat het INST-scherm.
Een kit of instrument bewerken
"Parameters
(p. 15).
[1]–[11]
drukt
(INST)
)
15