5
Bediening van de motor
Eerste controle
Controleer eerst de navolgende punten, alvorens de motor te
starten:
• Smeeroliepeil
• Koelvloeistofniveau (binnencircuit)
• Staat de afsluiter van de buitenwatertoevoer open?
• Is de elektrische hoofdschakelaar ingeschakeld?
• Staat de handel van de keerkoppeling in neutraal?
16
Crafted with CRAFTSMAN MARINE
De startprocedure
1. Alvorens de motor te starten, plaats eerst de gashendel
in de halfweg stand, zonder dat de keerkoppeling wordt
ingeschakeld.
2. Draai de startsleutel vanaf de "off" positie één tandje
naar rechts, naar de positie "on". De controlelampjes
voor oliedruk, laadstroom en voorgloeien zullen
oplichten en de zoemer wordt hoorbaar.
3. Vanaf de "on"positie, draai de sleutel één tandje verder
naar rechts naar de voorgloeistand ("pre-heat"). Nu
brandt alleen nog het lampje voor het voorgloeien. Houd
de sleutel ongeveer 6 seconden in die stand (bij een
omgevingstemperatuur van 15 graden Celsius of hoger).
4. Draai vervolgens de startsleutel nog een tandje verder
naar rechts, naar de positie "start" en laat de sleutel los
zodra de motor tot leven is gekomen. De sleutel zal dan
automatisch terugkeren naar de positie "on", waar hij
blijft staan zolang de motor loopt. Laat de motor
gedurende korte tijd met stationair toerental lopen,
zodat de motor enigermate wordt opgewarmd.
Noot:
De tijd die nodig is om de motor voor te gloeien wordt
feitelijk bepaald door de omgevingstemperatuur. Hoe lager
die temperatuur, des te langer dient de voorgloeiperiode te
zijn. Bij vrieskou kan dit wel 20 seconden duren en tot 10
seconden bij een temperatuur van ca. 7 graden Celsius.
Nooit langer voorgloeien dan maximaal 1 minuut.
Stop de startprocedure indien de motor niet
binnen 10 seconden aanspringt. Laat de start-
sleutel los en wacht tot de startmotor volledig
tot stilstand is gekomen, alvorens opnieuw te
starten. Laat de startmotor nooit langer dan
30 seconden achtereen draaien, om schade
door oververhitting te voorkomen.