Koudemiddelrecycleapparatuur
Spoelfunctie controleren
① Verwijder de dop van de aanzuigpoort en afvoerpoort.
② Zet de aanzuigklep (V1) op [PURGE].
Zet de schakelklep (V2) op [PURGE].
Zet de afvoerklep (V3) op [OPEN].
③ Zet de hoofdschakelaar op [ON].
Druk op de startschakelaar.
④ Controleer of de aanzuigdruk minder dan 0 bar bedraagt.
⑤ Controleer of er geen lucht uit de afvoerpoort stroomt.
Werking van de hogedrukschakelaar controleren
① Verwijder de dop van de aanzuigpoort en afvoerpoort.
② Zet de aanzuigklep (V1) op [OPEN].
Zet de schakelklep (V2) op [RECYCLE].
Zet de afvoerklep (V3) op [CLOSE].
③ Zet de hoofdschakelaar op [ON].
Druk op de startschakelaar.
④ Na verloop van tijd wordt het systeem bij hoge
druk automatisch uitgeschakeld en begint de
waarschuwingsindicator te branden.
Lekkagecontrole
① Verwijder de dop van de aanzuigpoort en afvoerpoort.
② Zet de aanzuigklep (V1) op [OPEN].
Zet de schakelklep (V2) op [RECYCLE].
Zet de afvoerklep (V3) op [CLOSE].
③ Zet de hoofdschakelaar op [ON].
Druk op de startschakelaar.
④ Na verloop van tijd wordt het systeem bij hoge
druk automatisch uitgeschakeld en begint de
waarschuwingsindicator te branden.
⑤ Houd het systeem gedurende 1 tot 2 minuten in deze staat
en controleer of er geen grote drukval plaatsvindt. (Een lichte
afname in de druk als gevolg van een drukbalancering is
19
normaal.)
Aanzuigdruk
Onder 0 bar
Afvoerpoort
Geen luchtstroom
Waarschuwingsindicator
Verlichting
Waarschuwingsindicator
Verlichting
Drukmeter
Geen drukval