Zie het identificatieplaatje en de bedradingsschema's voor details over de elektrische aansluiting.
9.3, Technische gegevens.
4.8 Externe vochtigheidssensor
De luchtontvochtigers van de ML-serie zijn zo bedraad dat wanneer het apparaat is ingesteld op AUTO,
deze kunnen worden geregeld via een externe vochtigheidssensor.
ML180-MLT350 zijn ontworpen met een eentrapsverwarming, waardoor het apparaat alleen kan worden in-
en uitgeschakeld met een eentrapsvochtigheidssensor.
Voor elektrische aansluiting van een eentrapsvochtigheidssensor is een laagspanningsaansluiting voorzien
(aan de zijkant van het apparaat). Zie het bedradingsschema voor meer informatie.
OPMERKING!
Wanneer er geen vochtigheidssensor op het apparaat is aangesloten, zal de luchtontvochtiger
op maximaal vermogen werken zolang het apparaat is ingeschakeld.
Een vochtigheidssensor moet zich 1-1,5 m boven de vloer bevinden. De sensor moet zo worden geplaatst
dat deze niet direct wordt blootgesteld aan droge lucht afkomstig uit het apparaat of vochtige lucht die via
open- en dichtgaande deuren binnenkomt. Plaats hem uit de buurt van warmtebronnen en direct zonlicht.
De aansluitkabel van de vochtigheidssensor moet een aderdoorsnede hebben van ten minste
■
2
0,75 mm
en een nominale isolatieweerstand van meer dan 500 VAC.
De contacten van de vochtigheidssensor moeten sluiten bij een stijgende RV om zo het regelcircuit te
■
sluiten en de luchtontvochtiger in te schakelen.
Bij gebruik van extreem lange kabels kunnen spanningsdips optreden.
■
Wanneer de gemeten spanning op de klemmen voor de koppeling van de vochtigheidssensor minder
bedraagt dan 20 VAC, moet een apart relais worden gebruikt dat door de vochtigheidssensor wordt
aangestuurd.
14
Installatie
Luchtontvochtiger ML180-MLT350
190TNL-1034-L1604