7
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Warmtepompconvectoren
Combinatie: Vloerverwarming + warmtepompconvectoren
Uitgebreide handleiding voor de installateur
42
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface
b Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪
De buitenunit is in serie verbonden met de gasboiler.
▪
De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de gasboiler aangesloten.
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de afstandsbediening van
de warmtepompconvectoren.
▪
Het signaal om ruimteverwarming te vragen wordt naar een digitale input op de
gasboiler gestuurd (X4/6 en X4/7).
INFORMATIE
Wanneer meerdere warmtepompconvectoren gebruikt worden, controleer of elke
warmtepompconvector wel degelijk het infraroodsignaal ontvangt van de
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [A.2.1.7]
▪
Code: [C-07]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪
#: [A.2.2.4]
▪
Code: [C-05]
Voordelen
▪
Efficiëntie.
Optimale
onderlingeverbindingfunctie.
▪
Stijlvol.
▪
De ruimteverwarming wordt bezorgt door:
-
De vloerverwarming
-
De warmtepompconvectoren
A
B
b
a
1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt
op basis van de externe thermostaat.
1 (Thermo AAN/UIT): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen.
energie-effectiviteit
Waarde
omwille
van
de
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1B – 2020.02