EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1B – 2020.02
Ventilatie
Wanneer het apparaat is gestart, gaat de ventilator naar startsnelheid. Wanneer de
startsnelheid is bereikt, gaat de brander branden. De code zal ook zichtbaar zijn
wanneer naventilatie actief is nadat de brander is gestopt.
Ontsteking
Wanneer de ventilator zijn startsnelheid heeft bereikt, wordt de brander ontstoken
door middel van elektrische vonken. Tijdens ontsteking zal de code zichtbaar zijn
op het servicedisplay. Als de brander NIET ontsteekt, gebeurt een nieuwe
ontstekingspoging plaats na 15 seconden. Als de brander na 4 ontstekingspogingen
nog steeds NIET brandt, gaat de ketel naar de storingsstand.
Warm tapwater
Niet van toepassing voor Zwitserland
De aanvoer van warm tapwater heeft voorrang op ruimteverwarming uitgevoerd
door de gasboiler. Als de flowsensor een verzoek voor warm tapwater van meer
dan 2 l/min detecteert, wordt ruimteverwarming door de gasboiler onderbroken.
Nadat de ventilator de snelheidscode heeft bereikt en de ontsteking is gebeurd,
gaat de ketelcontroller naar de warm tapwaterstand.
Tijdens gebruik van warm tapwater wordt de ventilatorsnelheid en dus het
apparaatvermogen geregeld door de gasboilercontroller zodat de warm
tapwatertemperatuur de gewenste instelling voor warm tapwatertemperatuur
bereikt.
De
temperatuur
van
gebruikersinterface van de hybridmodule worden ingesteld. Zie de uitgebreide
handleiding voor de gebruiker voor meer informatie.
Comfortfunctie warm tapwater/Vorstbeveiliging/Warmhoudfunctie
Niet van toepassing voor Zwitserland
verschijnt op het display wanneer of de comfortfunctie warm tapwater, of de
vorstbeveiliging of de warmhoudfunctie is ingeschakeld.
ruimteverwarming
Wanneer een verzoek voor ruimteverwarming wordt ontvangen van de buitenunit,
wordt de ventilator gestart, gevolgd door de ontsteking en de bedrijfsmodus voor
ruimteverwarming. Tijdens de ruimteverwarming wordt de ventilatorsnelheid en
dus het apparaatvermogen geregeld door de gasboilercontroller zodat de
watertemperatuur voor ruimteverwarming de gewenste aanvoertemperatuur voor
ruimteverwarming bereikt. Tijdens de ruimteverwarming wordt de gewenste
aanvoertemperatuur
bedieningspaneel.
De aanvoertemperatuur voor de ruimteverwarming moet worden ingesteld op de
gebruikersinterface van de hybridmodule. Zie de uitgebreide handleiding voor de
gebruiker voor meer informatie.
het
afgeleverd
warm
voor
ruimteverwarming
11
Bediening
|
tapwater
moet
op
weergegeven
op
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
het
173