Inhoudsopgave
Advertenties
7. Montage en aansluiting
Geen enkele aansluitkabel mag geknikt of ingeklemd worden. Storingen, kortsluiting
evenals een defect apparaat kunnen het gevolg zijn. Zorg er bij het boren en vast-
schroeven voor dat u geen kabels of leidingen beschadigt.
Het aansluiten is alleen in spanningsloze toestand toegestaan.
Via twee openingen kan het codeslot aan de muur
of een ander oppervlak worden gemonteerd.
Gebruik geschikte schroeven en indien nodig ge-
schikte pluggen om de schroeven vast te draaien.
Verbind de aardaansluiting aan de achterkant met
de aarde van de behuizing.
Bij de levering vindt u twee speciale schroeven
en een passende schroefbit. De vorm van de
schroefkop zorgt voor extra bescherming tegen
pogingen tot manipulatie.
Houd er rekening mee dat de lichtsensor aan de
achterkant zich na montage in het donker bevindt,
monteer het codeslot dus niet op transparante op-
pervlakken (bijv. acrylglas).
Als er licht op de lichtsensor valt, is er
geen bediening via de toetsen mogelijk.
Sluit de verbindingskabels dienovereenkomstig
aan. De bedrading voor de afzonderlijke kabels
vindt u in het vorige hoofdstuk.
De gestabiliseerde voedingsspanning wordt aan-
gesloten op de rode (12 - 24 V/DC, Plus/+) en
zwarte draad (GND/-).
Afhankelijk van welk deurslot u gebruikt ("Fail-Safe" of "Fail-Secure", zie hoofdstuk 6), moet
ofwel het normaal open contact (NO + COM) of het normaal gesloten contact (NC + COM) van
de relais-wisselcontacten worden gebruikt.
10
Advertenties
Inhoudsopgave
