REMKO Smart-Control Touch
2. Norm-aanvoertemperatuur
De instelling van de norm-aanvoertemperatuur
vindt plaats op dezelfde wijze, echter met de
rechter, grijze schuifregelaar.
Afb. 34: Norm-aanvoertemperatuur instellen
30
3. Norm-buitentemperatuur instellen
Afb. 35: Norm-buitentemperatuur instellen
De norm-buitentemperatuur [1] kan voor de
gebruiker en voor de experts worden gewijzigd.
Deze parameters vindt u in het niveau: "Instel-
lingen " Verwarmen/koelen " Gebouwaanpas-
sing".
Hier kan de norm-buitentemperatuur op de desbe-
treffende waarde voor de verwarming alsook voor
het koelbedrijf worden ingesteld.
De norm-buitentemperatuur wordt hier slechts een
keer voor elk actief verwarmingscircuit gewijzigd.
Na de wijziging van deze parameter wordt de
waarde automatisch overgenomen door alle
actieve verwarmingscircuits.
Voor de optimale instelling van de parameters van
de verwarmingscircuitcurve moet de berekening
van de verwarmingslast en/of de aantoonbare
energie in acht worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet efficiënt wordt gebruikt.
1