Inhoudsopgave
Advertenties
! WAARSCHUWING
Druk de loosknop bij lage temperaturen niet in. Doet u dat wel, dan kan de tweede
trap bevriezen.
• Sluit de afsluiter van de cilinder en kijk nogmaals op de manometer. Tijdens de eerste
minuut mag de weergegeven druk niet zakken. Open vervolgens opnieuw de afsluiter.
• Als de afsluiter van de cilinder is voorzien van een reservestang, controleer dan of
deze ongehinderd omlaag getrokken kan worden. Als u van plan bent de reserve te
gebruiken, controleert u of het reservemechanisme in de juiste stand staat (omhoog).
• Controleer of de complete duikset goed werkt: adem enkele malen diep in en weer uit
terwijl de afsluiter van de cilinder geopend is en u de tweede trap in uw mond heeft.
• Controleer of alle apparatuur die op de duikset is aangesloten, juist werkt. Kijk bijvoorbeeld
of de lagedrukinflator van het trimjacket (of het inlaatventiel van het droogpak) werkt.
! WAARSCHUWING
Sluit een lagedrukslang nooit op een hogedrukpoort aan. Het draad van beide is niet
gelijk en niet compatibel. Gebruik geen adapters om lagedrukapparatuur aan te sluiten
op een hogedrukpoort. Dit kan ernstig letsel of ernstige schade tot gevolg hebben.
! WAARSCHUWING
Sluit een lagedrukslang niet aan op de hogedrukpoort (HP) van een ademautomaat
of op een luchtbron met een druk boven de 13,8 bar. Dit kan resulteren in
beschadiging en plotseling falen van het inflatormechanisme of de inflatorslang,
mogelijk met letsel of de dood tot gevolg.
6. DE APPARATUUR GEBRUIKEN
Controleer of de duikset compleet is en voldoet aan alle eisen.
Zie de hoofdstukken BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN en KLAARMAKEN VOOR
GEBRUIK en de handleiding van zowel de ademautomaten als het trimjacket. Open de afsluiter
van de cilinder, trek de set aan en doe de tweede trap in uw mond. Adem enkele malen diep
om te controleren of het systeem goed functioneert. Haal het mondstuk uit uw mond en druk op
de loosknop zodat er een luchtwerveling ontstaat en de ademautomaat gaat blazen. U kunt het
blazen stoppen door de opening van het mondstuk met uw vinger af te dekken.
6.1 De AIR2 als inflator gebruiken (normaal gebruik)
Wanneer de AIR2 op de juiste plek op de linkerschouder hangt, kunt u deze met de
linkerhand volledig bedienen en de knoppen voor lucht in (P) en lucht uit (O) het trimjacket
indrukken (zie afb. 3). De twee knoppen zijn verschillend qua grootte zodat u ze eenvoudig
herkent. Wanneer u de kleinere knop (P) indrukt, wordt er lucht in het trimjacket geblazen.
Drukt u op de grotere knop (O), dan loopt de lucht uit het trimjacket weg. Wanneer u met
de mond lucht in het trimjacket wilt blazen, gebruikt u alleen de grotere knop (lucht uit het
trimjacket). Om lucht in het trimjacket te blazen plaatst u uw lippen over het mondstuk, drukt
u de ontluchtknop volledig in, ademt u uit in het mondstuk en laat u de knop los zodat de
lucht niet weg kan.
De AIR2 heeft een speciale snelkoppeling (C), zodat het systeem snel op de lagedrukslang
kan worden aangesloten en weer kan worden losgekoppeld, ook als er druk op het systeem
staat. Zodra de slang met behulp van de snelkoppeling van de AIR2 losgekoppeld wordt,
stopt de luchtstroming (afb. 3)
9
Advertenties
Inhoudsopgave
