4.2
Instellingen wijzigen
U kunt de instellingen die staan beschreven in hoofdstuk 2, rustig van achter de pc wijzigen
en bekijken. Op de pc kunt u de gehele reeks instellingen in een oogopslag bekijken
in tegenstelling tot op de Galileo waarop u ze een voor een te zien krijgt. Zo kunt u de
wijzigingen sneller aanbrengen.
Klik op het pictogram DUIKCOMPUTERINSTELLINGEN: de pc leest de instellingen zoals
deze op dat moment in de Galileo zijn geconfi gureerd, en geeft ze als volgt weer.
Als u alle gewenste wijzigingen heeft aangebracht, drukt u op het pictogram SCHRIJVEN
in het venster met de instellingen van de duikcomputer zodat de wijzigingen naar de Galileo
worden verzonden. Als u het venster sluit voordat u op SCHRIJVEN heeft gedrukt en het
verzenden is voltooid, zijn de wijzigingen niet opgeslagen.
OPMERKING:
Het wijzigen van instellingen als resetten van de desaturatie, stille modus en ppO
uitschakelen, kunnen ook via SmartTRAK worden gewijzigd, maar u dient wel voor
iedere instelling de veiligheidscode in te voeren.
4. De Galileo en SmartTRAK (pc-interface)
max
2
55