3. Duiken met de Galileo
Aan het einde van de duik wordt het actieve
(verlaagde)
vijf minuten nadat u aan de oppervlakte
bent gekomen, weergegeven. Na vijf
minuten schakelt de Galileo over naar de
oppervlaktemodus en het MB-level dat u
heeft ingesteld vóór de duik. Het verlaagde
MB-level wordt echter wel in het logboek
geregistreerd.
3.6
Hoogte en het
decompressie-algoritme
De atmosferische druk is niet alleen
afhankelijk van de hoogte, maar ook van
de weersomstandigheden. Als u gaat
duiken, moet u daar zeker rekening mee
houden, want de atmosferische druk die u
omringt, is van invloed op de opname en
afgifte van stikstof. Boven een bepaalde
hoogte is vanwege deze verandering
in de atmosferische druk een ander
algoritme nodig voor het berekenen van de
decompressie.
De
Galileo
hoogtebereik in 5 klassen:
- klasse 0 (wordt niet aangegeven
op het display van de computer):
van zeeniveau tot circa 1000 meter
(omslagpunt ligt op 905 mbar);
- klasse 1: van circa 1000 meter tot circa
2000 meter (omslagpunt op 815 mbar);
- klasse 2: vam circa 2000 meter tot circa
3000 meter (omslagpunt op 725 mbar);
- klasse 3: van circa 3000 meter tot circa
4000 meter (omslagpunt op 610 mbar);
- klasse 4: boven circa 4000 meter. Op
deze hoogte werkt de Galileo alleen
in de dieptemetermodus (automatisch
overschakeling vanuit computermodus).
De hoogten van de diverse klassen
zijn
bij
weersomstandigheden van invloed zijn op
het omslagpunt.
50
MB-level
nog
gedurende
verdeelt
het
mogelijke
benadering
omdat
Geen decompressiegegevens
Omslagpunt op 610 mbar
Omslagpunt op 725 mbar
Omslagpunt op 815 mbar
Omslagpunt op 905 mbar
De
Galileo
de
duikcomputer
60 seconden de atmosferische druk, ook
als de computer uitgeschakeld is. Als er
een aanzienlijke drukverlaging geregistreerd
wordt, gebeurt er het volgende:
- de computer gaat aan (als deze was
uitgeschakeld);
- de computer geeft de nieuwe
hoogteklasse aan in de vorm van
zwarte blokjes in het bergsymbool en,
indien van toepassing, het verboden
hoogtebereik;
- de computer geeft de desaturatietijd
weer, die in dit geval de tijd is die
u nodig heeft om u aan de nieuwe
omgevingsdruk aan te passen. Als u
tijdens deze aanpassingstijd aan een
duik begint, gaat de Galileo ervan uit
dat het een herhalingsduik is, omdat er
reststikstof in het lichaam aanwezig is.
de
3.6.1 Verboden hoogte
Als u zich naar hoger gelegen gebieden
begeeft, staat uw lichaam, net als wanneer
u na het duiken gaat vliegen, bloot aan een
lagere omgevingsdruk. De Galileo adviseert
u welke hoogten na een duik veilig zijn en
welke niet. Als u via een bergpas terug naar
dieptemetermodus
doet
dat
automatisch:
controleert
om
de