15) Wiptoets voor de handmatige instelling van de gevoeligheid
Keuze omlaag
Keuze omhoog
De toets is in de functie als detectie van de netspanning niet actief.
Automatische modus
(Standaardinstelling na het inschakelen). Bij ingeschakelde automatische modus verschijnt in de in-
dicatie "SIGNAAL" (9 d) en (9 j) geeft de signaalsterkte weer.
Handmatige modus
De omschakeling vindt plaats met " " Keuze omlaag". Bij ingeschakelde handmatige modus ver-
schijnt in de indicatie " MAN " (9m) en "SENSE" (9h). Door nogmaals indrukken van "6" kan de ge-
voeligheid van "9" naar "1" worden verminderd.
Als een hoog signaalniveau aanwezig is, moet een geringe gevoeligheid worden ingesteld.
• Door indrukken van " " kan de gevoeligheid van "1" naar "9" worden verhoogd.
Als een laag signaalniveau aanwezig is, moet een grote gevoeligheid worden ingesteld.
Wanneer bij een ingestelde gevoeligheid van "9" nog een keer op " " wordt gedrukt, is de automa-
tische modus weer van kracht.
Selectieve modus
De omschakeling vindt plaats met de toets "SEL" (14). Bij ingeschakelde selectieve modus ver-
schijnt in de indicatie "MAN" (9 m) en in het numerieke veld "SEL" (9 j). Door de "pijl omlaag" in te
drukken kan de gevoeligheid worden verminderd. De indicatie van de gevoeligheid vindt plaats met
de "grootte" van de loep.
Als een hoog signaalniveau aanwezig is, moet een geringe gevoeligheid worden ingesteld.
• Door de "pijl omhoog" in te drukken kan de gevoeligheid worden verhoogd.
Als een laag signaalniveau aanwezig is, moet een grote gevoeligheid worden ingesteld.
Wanneer bij de grootste ingestelde gevoeligheid nogmaals op "pijl omhoog" wordt gedrukt, is de
automatische modus weer van kracht.
16) Batterijvak (aan de achterzijde)
Fluke 2042
Handleiding
9