De betreffende geldige bepalingen m.b.t. terugname, verwerking en afvoer van gebruikte batte-
rijen en accu's moeten in acht worden genomen.
Als het instrument langere tijd niet wordt gebruikt, moeten de batterijen worden verwijderd.
Wanneer het instrument is verontreinigd door leeggelopen batterijcellen, moet het voor reini-
ging en controle naar de fabriek worden opgestuurd.
Zender:
ingebouwde zekeringen
De ingebouwde zekeringen beschermen het instrument tegen overbelasting of verkeerde be-
diening.
De zekering in het instrument mag uitsluitend door onze fabrieksservice worden vervangen.
Een geactiveerde zekering herkennen:
een zwak uitgangssignaal van de zender kan betekenen dat de zekering is geactiveerd.
Ga als volgt te werk om een geactiveerde zekering te herkennen:
• De verbinding van alle aangesloten meetcircuits met de zender verbreken.
• Zender inschakelen.
• Zendniveau I instellen.
• Een meetdraad eenpolig op de aansluiting 1 aansluiten.
• Ontvanger inschakelen, het signaal van de kabel zoeken en de ontvanger met de sensorkop op
de kabel leggen.
• Open einde van de kabel in de aansluitbus 2 steken.
• Als de zekering intact is, verdubbelt de waarde in de indicatie van de ontvanger.
Interval kalibreren
Om de nauwkeurigheid van het instrument bij gebruik te garanderen, moet het regelmatig door
onze fabrieksservice worden gekalibreerd. Wij adviseren een interval van een jaar voor het kalibre-
ren. Bij veelvuldig gebruik van het instrument resp. bij toepassing onder slechte omstandigheden
wordt een kortere interval geadviseerd. Als het instrument weinig wordt gebruikt, kan de interval
voor kalibreren tot maximaal 3 jaar worden verlengd.
Fluke 2042
Handleiding
27