1.5.5
Display
A
Op de display worden technische storingen met foutcodes weergegeven. De display geeft ook extra
informatie of waarschuwingen voor gebruikers weer.
1.6
Veiligheidsmaatregelen
1.6.1
Algemene veiligheidsmaatregelen
•
Zorg dat de omgeving rond de automaat droog, schoon en voldoende verlicht is.
•
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
•
Gebruik alleen reserveonderdelen van Animo.
•
Gebruik alleen door Animo aanbevolen producten.
1.6.2
Tijdens installatie
•
Neem lokale voorschriften in acht en gebruik goedgekeurde materialen en onderdelen.
•
Plaats de automaat niet in een ruimte waar de temperatuur lager wordt dan 0°C.
•
Plaats de automaat niet in een ruimte waar een waterstraal kan worden gebruikt.
•
Plaats de automaat op werkbladhoogte op een stevig en vlak oppervlak.
•
Sluit de automaat aan op een geaard stopcontact.
•
Zorg dat de automaat niet lekt.
•
Controleer of de details op het typeplaatje overeenkomen met het land van gebruik.
1.6.3
Tijdens normaal gebruik
•
Inspecteer de automaat vóór gebruik op schade.
•
Kantel de automaat niet.
•
Dompel de automaat niet onder in water en spuit deze niet schoon met water.
•
Bedien de automaat niet met scherpe voorwerpen.
•
Houd de bedieningstoetsen vrij van vuil en vet.
•
Schakel de automaat uit en ontkoppel de watertoevoer als de automaat lange tijd niet wordt
gebruikt.
1.6.4
Tijdens onderhoud en reparatie
•
Voer regelmatig onderhoud aan de automaat uit.
•
Draag beschermingshandschoenen wanneer u onderhoud uitvoert.
•
Reinig de automaat niet met een waterstraal.
NL
7
OptiBean NG
2015/10 Rev. 1.0