Bediening (automatische werking)
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automa-
tische functie (zie hoofdstuk:
'Con@ctivity instellen').
Zie hoofdstuk 'Koken zonder Con@cti-
vity-functie' als u de dampkap hand-
matig wenst te bedienen.
Koken met de Con@ctivity-
functie (Automatische bedie-
ning)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De kookplaatverlichting wordt inge-
schakeld.
Na een paar seconden gaat de afzui-
ging aan; eerst kort op stand 2, daarna
direct op stand 1. Het wasemscherm
schuift naar buiten.
Tijdens het kookproces kiest de damp-
kap automatisch het juiste afzuigvermo-
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor het kookplaat
is ingeschakeld, te weten het aantal in-
geschakelde kookzones en de inge-
schakelde kookstanden.
Wanneer u bij het kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u verschillende kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermo-
gensstand.
Wanneer u bij het kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermo-
gensstand.
32
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
het kookplaat hoeft namelijk niet met-
een tot meer of minder dampontwikke-
ling te leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat het kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap ver-
zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en-
kele seconden of enkele minuten.