Afhankelijk van de gewenste aansluitkabel moet de installatie van de wallbox vóór de inbedrijfstelling bij het plaatselijke
•
elektriciteitsbedrijf worden aangemeld of daardoor worden goedgekeurd. Neem daarvoor de lokale voorschriften van uw
stroomnetbeheerder in acht.
De kabeldoorsnede moet worden aangepast aan de gewenste aansluitkabel en andere as-
•
pecten (zoals kabellengte, geleidingsmateriaal, soort montage, etc.). De aansluitklemmen
in de wallbox zijn ontworpen voor kabeldoorsnede van 1,5 mm
De kabel kan naar wens op of onder de pleisterlaag worden geplaatst: Voor het geval de
•
kabel op de pleisterlaag wordt gelegd, beschikt de behuizing aan de achterkant over een
kabelgeleiding. Hierdoor kan de kabel in het aansluitbereik van de behuizingsachterwand
geleid worden.
De kabel voor de wallbox moet altijd via een eigen MCB (nominale stroom afhankelijk van
•
toevoerkabel en instelling van de wallbox, maximaal echter 32 A) worden beveiligd. Neem
bij de keuze voor de MCB te allen tijde de nationaal geldende voorschriften in acht.
Als u de wallbox buiten werking wilt stellen, moet u altijd de in de huisinstallatie voorge-
•
schakelde MCB en de interne RCCB in de positie 0 (Off/Uit) zetten.
Zorg in elk geval ervoor dat de in deze handleiding genoemde voorschriften voor de installatie worden opgevolgd. Een over-
•
treding of niet-naleving kan leiden tot ernstig letsel door elektrische schokken en zelfs dood. Daarnaast kan geen goede
werking van de wallbox worden gegarandeerd wanneer de instructies niet opgevolgd worden.
INSTRUCTIE!
Om het maximale laadvermogen van de wallbox te realiseren, moet de toevoerkabel van de wallbox voor 32 A gedimensio-
neerd en geplaatst worden. Bovendien moet de instelling van de maximale laadstroom (zie "Setup- en test-modus" op pa-
gina 15) aan 32 A aangepast worden. De fabrieksinstelling van de maximale laadstroom bedraagt 16 A voor de variant
A0009067408 en 32 A voor de variant A0009067508.
INSTRUCTIE!
In verschillende landen variëren de bovenstaande richtlijnen over de aansluitingsvoorwaarden van de plaatselijke
elektriciteitsnet. In dit geval moet de wallbox overeenkomstig het betreffende verbindingstype van het installatieland
worden aangesloten. Een overzicht van het landspecifieke verbindingstypen vindt u op pagina 28 van deze handleiding
of op de website www.yourwallbox.de onder de volgende link:
www.yourwallbox.de/downloads/documents/Mains_Connection_Schemes_Home_Advanced.pdf
Mechanische en elektrische installatie
Zodra u de montageplek voor de wallbox heeft bepaald, kunt u beginnen met de mechanische installatie. Voor de montage
heeft u de volgende onderdelen nodig:
Boormachine of accuschroevendraaier (niet meegeleverd)
•
Boor Ø 8 mm voor de betreffende montageondergrond (niet meegeleverd)
•
Boorsjabloon voor in de handleiding beschreven wallbox-varianten (meegeleverd)
•
Schroevendraaier met torxinzetstukken (TX20, TX30) (niet meegeleverd)
•
Platte VDE-schroevendraaier (dikte en lengte kling: 0,5 x 2,5 mm, 80 mm geadviseerd) (niet meegeleverd)
•
Cuttermes voor het snijden van rubber voor de elektrische kabel (niet meegeleverd)
•
Vier spaanplaatschroeven 6 x 60 voor de bevestiging van de behuizingsachterwand (meegeleverd)
•
Indien nodig: Voor de montage-ondergrond geschikte pluggen (meegeleverd: nylon pluggen, 8 x 40)
•
Evt. waterpas indien nodig (niet meegeleverd)
•
10
tot 16 mm
.
2
2