OPMERKING 1.
Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2. Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle omstandigheden van toepassing.
Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door structuren,
voorwerpen en mensen.
De ISM-banden tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz; 13,553 MHz tot
a
13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz
De nalevingsniveaus binnen de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en het
frequentiebereik tussen 80 MHz tot 2,5 GHz zijn bedoeld om de kans op interferentie door
b
mobiele/draagbare communicatieapparatuur die onopzettelijk in verpleegafdelingen worden
gebracht te verkleinen. Om deze reden wordt een aanvullende factor van 10/3 gebruikt bij de
berekening van de aanbevolen afstand voor zenders in deze frequentiebereiken
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor draadloze en mobiele telefoons en
mobiele radio's, amateurradiostations, AM- en FM-zenders en TV-zenders kunnen niet
nauwkeurig worden voorspeld op basis van theoretische gegevens. Om de
elektromagnetische omstandigheden bij aanwezigheid van vaste RF-zenders te beoordelen, is
het raadzaam een elektromagnetisch locatieonderzoek te overwegen. Als de gemeten
c
veldsterkte op de locatie waar de i-PAD CU-SP1 wordt gebruikt hoger is dan het toepasselijke
RF-nalevingsniveau hierboven, moet worden gecontroleerd of de CU-SP1 naar behoren
functioneert. Indien abnormale werking wordt waargenomen, kunnen aanvullende
maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het wijzigen van de richting of de locatie van de i-PAD
CU-SP1
d
Voor het frequentiebereik 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten lager zijn dan [V1] V / m.
70