8.3 Problemen oplossen
Het apparaat houdt u op de hoogte van de actuele status van het apparaat en eventuele
problemen door middel van statusindicatoren, geluidssignalen en/of gesproken aanwijzingen.
Raadpleeg de volgende informatie voor meer details:
8.3.1 Problemen oplossen wanneer het apparaat in gebruik is
Indicatie/gesproken aanwijzing
Statusscherm
Werking van het
apparaat
Statusscherm
Batterijniveau
Indicator
Statusscherm
Status van de elektroden
Gesproken aanwijzing:
"Batterijniveau laag."
"Vervang de batterij door een
nieuwe."
Gesproken aanwijzing:
"Sluit de elektrodenconnector aan
op het apparaat."
Gesproken aanwijzing:
"Gebruikte elektroden."
"Vervang de elektroden door
nieuwe elektroden."
Gesproken aanwijzing:
"De uiterste houdbaarheidsdatum
van de elektroden is verstreken."
"Vervang de elektroden door
nieuwe elektroden."
Gesproken aanwijzing:
"Druk de elektroden stevig op de
ontblote huid van de patiënt"
Gesproken aanwijzing:
"Geen schok toegediend."
Oorzaak
Er is een fout opgetreden
in het apparaat.
Batterij is bijna leeg.
De houdbaarheidsdatum
van de elektroden is
verstreken.
De elektroden zijn
gebruikt.
Batterij is bijna leeg.
De connector van de
elektroden is niet
aangesloten
De elektroden zijn al
gebruikt.
De houdbaarheidsdatum
van de elektroden is
verstreken.
De elektroden zijn niet
goed op de huid van de
patiënt aangebracht.
De elektroden zijn niet
goed aan de huid van de
patiënt gehecht.
42
Resolutie
Vervang de defibrillator
onmiddellijk en voer CPR
uit, indien van toepassing.
Vervang de batterij door
een nieuwe.
Vervang de elektroden
door nieuwe elektroden.
Vervang de batterij door
een nieuwe.
Zorg ervoor dat de
elektrodenconnector goed
is aangesloten.
Vervang de elektroden
door nieuwe elektroden.
Vervang de elektroden
door nieuwe elektroden.
Controleer of de elektroden
goed op de huid van de
patiënt zijn aangebracht.
Druk de elektroden stevig
op de huid van de patiënt.
Scheer zo nodig borsthaar
weg of wrijf de vochtige
huid droog voordat u de
elektroden aanbrengt.