8. Problemen oplossen
8.1 Zelftesten
In de volgende tabel worden de zelftesten vermeld die door het apparaat worden uitgevoerd.
Type zelftest
Test bij
Wordt uitgevoerd op het moment dat de batterij in het apparaat wordt
plaatsing van de
geplaatst.
batterij
Voer deze test uit:
VOORZICHTIG
Voer deze test niet uit wanneer u op het punt staat het apparaat te
gebruiken voor behandeling van een slachtoffer met een plotselinge
hartstilstand, want de test neemt tijd in beslag (circa 20 seconden).
Als vlak voor een behandeling een nieuwe batterij wordt geplaatst, kunt u
de test als volgt annuleren:
Tijdens deze zelftest test het apparaat behalve de interne systemen ook
het volgende:
Als geen fout wordt gedetecteerd, wordt
statusscherm.
Als een fout wordt gedetecteerd, wordt
statusscherm en gaat de i-Toets rood knipperen. Wanneer u de i-Toets
indrukt, zoals aangegeven door de gesproken aanwijzing, meldt het
apparaat de fout en schakelt het apparaat zichzelf uit. Zie [Paragraaf 8.3:
Problemen oplossen] voor meer informatie.
• Voordat het apparaat wordt gebruikt
• Na elk gebruik
• Na het vervangen van de batterij
• Als wordt vermoed dat het apparaat is beschadigd
• Druk op de aan/uit-toets.
• Wacht tot het apparaat UIT staat.
• Druk nogmaals op de aan/uit-knop om het apparaat AAN te zetten.
• Schoktoets en i-Toets – Druk de toetsen een voor een in wanneer u
daarom wordt gevraagd
• Status van de defibrillatorelektroden – Het apparaat test de
aansluitstatus (aangesloten of niet) en de houdbaarheidsdatum van
de defibrillatorelektroden.
Omschrijving
39
weergegeven op het
weergegeven op het