Beeldmodusin-
stellingen
Snelheid
diavoorstelling
Diavoorstell-
ingsmodus
Volgorde
diavoorstelling
Herhalen
Beeldmodus
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Referentiemodus
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op
basis van de selecties onder aan dezelfde pagina.
Deze functie is alleen beschikbaar als het Gebruikersmodus is
geselecteerd.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
Contrast
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in.
Kleur
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld.
Tint
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Deze functie is alleen beschikbaar als de systeemindeling is
ingesteld op NTSC.
Scherpte
Maakt het beeld scherper of onscherper.
Kleurtemperatuur
Past de kleurtemperatuur aan. Koel maakt het beeld blauwachtig
wit. Normaal behoudt de normale schakering van wit. Warm
maakt het beeld roodachtig wit.
Instellingen opslaan
Bewaart de instellingen die gemaakt zijn voor de
Gebruikersmodus.
Hiermee stelt u de snelheid van de diavoorstelling in.
Hiermee speelt u één foto af of alle foto's in een bepaalde map.
Hiermee kunt u de afspeelvolgorde van fotobestanden in de
diavoorstelling bepalen.
Hiermee kunt u instellen of een diavoorstelling herhaald wordt
afgespeeld.
49
Bediening