Toestel- en privacyinstellingen
Als u de pagina met toestelinstellingen wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Toestel.
Over: Hiermee geeft u het versienummer
van de software, het id-nummer van het
toestel en informatie over verschillende
andere softwarefuncties weer.
Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel
gegevens vastleggen voor de functies
myTrends
(Routesuggesties
Waar ik ben geweest
bestemmingen
weergeven) en Reislog
(Het reislog
weergeven).
Wis reisgeschiedenis: Hiermee wist u de
reisgeschiedenis van het
navigatiesysteem.
Kaart bijwerken: Hiermee exporteert u
gegevens van het navigatietoestel voor
kaart- en software-updates en
verkeersabonnementen
bijwerken).
Gevarenzonealarminstellingen
OPMERKING: Gevarenzonealarmen
worden alleen weergegeven wanneer u
eigen nuttige punten (POI's) hebt geladen.
OPMERKING: Deze functie is niet in alle
regio's beschikbaar.
Selecteer Instellingen >
Gevarenzonealarm.
Audio: Hiermee kunt u het type alarm
instellen dat klinkt wanneer u een
gevarenzone nadert.
Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type
gevarenzone in waarvoor een alarm
klinkt.
De instellingen herstellen
U kunt een bepaalde categorie met
instellingen of alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen.
1 Selecteer Instellingen.
2 Selecteer indien nodig een
instellingencategorie.
3 Selecteer
> Herstel.
Appendix
gebruiken),
(Recente routes en
(Kaartgegevens
4 Selecteer Ja.
5 Wacht tot het pop-upscherm verdwijnt.
Dit kan tot 10 seconden duren.
OPMERKING: Als u het pop-upvenster
sluit voordat het proces is voltooid,
worden sommige instellingen mogelijk
niet hersteld.
Appendix
Waarschuwings- en gevaren-
symbolen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen
garantie dat altijd met alle kenmerken van
uw voertuig bij routesuggesties rekening
wordt gehouden of dat u in alle gevallen
bovenstaande waarschuwingspictogrammen
krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in
de kaartgegevens waardoor uw toestel niet
altijd met deze beperkingen of
wegomstandigheden rekening houdt. Houd
u altijd aan de verkeersborden en houd
rekening met de wegomstandigheden
tijdens het rijden.
Op de kaart of in richtingsaanwijzingen
kunnen waarschuwings- en
gevarensymbolen worden weergegeven om
u te attenderen op mogelijke gevaren,
wegomstandigheden en aankomende
weegstations.
19