Handleiding TNG-serie warmtepomp
paragraaf 1.1 vindt u meer informatie over de gunstige effecten die het moduleren heeft in
het afgiftesysteem gekoppeld aan de warmtepomp.
De TNG-warmtepomp is voorzien van een vorstbeveiliging. Wanneer de warmtepomp is
uitgeschakeld zal het systeem ter voorkoming van vorstschade tot minimaal 5 graden Celsius
verwarmd worden. De warmtepomp moet daarvoor wel verbonden zijn met het lichtnet.
De TNG-warmtepomp is in de basisuitvoering geschikt om te verwarmen. Optioneel kan de
warmtepomp worden voorzien van uitbreidingsmodulen. Zo is er een module voor
tapwaterbereiding en een module voor passieve koeling.
Een warmtepomp maakt deel uit van een compleet systeem, met aan de invoerkant een
bron die warmte (of energie) levert en aan de afgiftekant een cv-installatie en/of een warm
tapwatervoorziening (boiler). De verschillende onderdelen van het totale systeem moeten
goed met elkaar samenwerken om een optimaal werkende installatie te hebben.
Het is de verantwoordelijkheid van degene die het totale systeem aanlegt (doorgaans de
installateur) om ervoor te zorgen dat verschillende onderdelen goed op elkaar afgestemd
zijn. In de paragrafen hieronder geven we algemene achtergrondinformatie die nuttig is bij
het ontwerpen van de totale installatie. Specifiekere eisen die gesteld worden aan bron- en
afgiftesysteem vind u in paragraaf 3.3 op bladzijde 15. Voor nadere vragen of advies kunt u
altijd contact opnemen met NRGTEQ.
1.1.
Het afgiftesysteem
De hoeveelheid warmte die gevraagd wordt voor bijvoorbeeld de verwarming van een
woning verandert voortdurend. Hier spelen diverse factoren; Het aantal aanwezige
personen, de buitentemperatuur, de hoeveelheid invallend zonlicht, enzovoort. Het
vermogen dat het verwarmingssysteem moet leveren is daarmee ook niet constant.
Standaard warmtepompen kunnen echter maar één vast vermogen leveren. Wanneer het
afgiftesysteem minder vermogen vraagt is een standaard warmtepomp niet in staat om dit
lagere vermogen te leveren. Om problemen aan de afgiftezijde te voorkomen wordt bij de
standaard aan/uit toestellen een buffervat tussen de warmtepomp en het afgiftesysteem
toegepast. De standaard warmtepomp stopt warmte in het buffervat met een vast
vermogen. Het afgiftesysteem haalt alleen die warmte uit het vat die het nodig heeft.
De TNG-warmtepomp heeft een grote voorsprong doordat het vermogen dat deze levert
gevarieerd kan worden. Het zogenaamde moduleren. Wanneer er nu minder warmte
gevraagd wordt, is de TNG-warmtepomp in staat om dit lagere vermogen rechtstreeks aan
het afgiftesysteem te leveren. Het buffervat is overbodig geworden.
Daarnaast haalt de TNG-warmtepomp rendementswinst uit het lagere gevraagde vermogen.
Voor een lager vermogen zijn kleinere temperatuurverschillen nodig tussen aanvoer- en
retourtemperaturen. Bij deze lagere temperatuurverschillen speelt het hele thermische
proces van warmteoverdracht zich met een hoger rendement af. De TNG-warmtepomp is
dus zuiniger in het gebruik.
© NRGTEQ
Technische wijzigingen voorbehouden
Pagina 7