3.
TRANSPORT, PLAATSING EN INSTALLATIE VAN DE
WARMTEPOMP
3.1.
Algemeen
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en adviezen voor een correcte installatie van de TNG-
warmtepomp. De warmtepomp zal altijd deel uit maken van een complete verwarmings-
en/of koelinstallatie. De doelmatigheid van de gehele installatie staat of valt met een juiste
afstemming van de verschillende componenten op elkaar. NRGTEQ reikt informatie aan,
maar het is de installateur die passende componenten bij elkaar zal kiezen en samen-
bouwen. Bij de installateur ligt dan ook de eindverantwoordelijkheid voor het optimaal
functioneren van de installatie in zijn geheel. Dit laat onverlet dat NRGTEQ graag met haar
kennis en kunde zal ondersteunen bij het samenstellen van een deugdelijke installatie.
3.2.
Transport en plaatsing
De warmtepomp dient rechtop staand getransporteerd te worden.
Gebruik deugdelijke hijsbanden om de warmtepomp te heffen. Voorkom dat de
warmtepomp tijdens transport wordt blootgesteld aan schokken of heftige trillingen.
Installeer de TNG warmtepomp in een vorstvrije ruimte.
Plaats de TNG warmtepomp op een stevige vloer.
Plaats de TNG warmtepomp op de meegeleverde, geluiddempende rubber mat.
Voor service en onderhoud is het van belang dat de warmtepomp te allen tijde goed
bereikbaar is. Daarom adviseren we een minimale doorloop van 80cm breed tot aan de
warmtepomp. Het is raadzaam 80cm aan alle zijden vrij te houden. Wanneer er flexibele
slangen worden gebruikt en de warmtepomp eenvoudig los te koppelen is van het
leidingsysteem, kan de vrije ruimte achter de
warmtepomp kleiner gehouden worden. Dit kan
eenvoudig bereikt worden door de optionele muurbeugel
met afsluiters te monteren.
15. In deze figuur staat ook aangegeven hoe de leidingen
op de warmtepomp aangesloten moeten worden.
© NRGTEQ
Waarschuwing voor gevaar!
Gebruik voor het heffen van de warmtepomp alleen goedgekeurde
Zie ook
Figuur 6
op bladzijde
Technische wijzigingen voorbehouden
Handleiding TNG-serie warmtepomp
hijsmiddelen.
Pagina 14