3.3.7 Selectie van vloeistof- of gasgekoeld MIG-pistool
U kunt een MIG-pistool selecteren, gekoeld met vloeistof of gas door de toetsen P3 en P4
gelijktijdig in te drukken en deze ingedrukt te houden voor tenminste 1 seconde.
• Als het scherm het woord 'GAS' afbeeldt kunt u een gasgekoeld MIG-pistool bij het apparaat
gebruiken.
• Als het scherm het woord 'COOLEr' afbeeldt, kunt u een vloeistofgekoeld MIG-pistool bij het
apparaat gebruiken.
U kunt de pistoolkeuze aanpassen door de toetsen P3 en P4 opnieuw in te drukken als boven.
Als een vloeistofgekoeld pistool wordt geselecteerd, start de koelfunctie zodra de krachtbron de
volgende maal start.
3.3.8 Lasdata uitlezen
De lasdata uitleesfunctie biedt u de gelegenheid terug te gaan naar de lasstroom en het lasvoltage
toegepast in de vorige sessie. Druk tegelijk op toetsen P4 en P5 om de lasdata zichtbaar te maken.
3.3.9 Selectie van bedieningspaneel
Toets P10 biedt u de gelegenheid om de besturing over te zetten tussen de bedieningspanelen
in de krachtbron en de draadaanvoerunit. De indicator toont welke van de bedieningspanelen in
gebruik is.
• Als het 'LOCAL' lampje brandt, kan de draadaanvoersnelheid en lasstroom worden ingesteld
met gebruikmaking van knoppen P8 en P9 van het bedieningspaneel van de krachtbron.
• Als het 'REMOTE' lampje brandt, worden de draadaanvoersnelheid en lasstroom ingesteld met
gebruikmaking van het bedieningspaneel van de draadaanvoerunit. De bedieningstoetsen
van de krachtbron zijn in deze functiemodus uitgeschakeld.
3.3.10 Instelling van de MIG-functiemodus
Toets P7 laat u het MIG-laspistool instellen in tweetakt of viertakt modus. Het signaallampje toont
de geselecteerde modus.
• In de tweetakt modus (2T), start het lassen door het indrukken van de pistoolschakelaar en
wordt dit gestopt als de schakelaar wordt losgelaten.
• In de viertakt modus (4T), gebeurt er het volgende:
1. Als u de pistoolschakelaar indrukt begint het inerte beschermgas te stromen.
2. Als u de schakelaar loslaat begint het lassen.
3. Als u de schakelaar opnieuw indrukt, stopt het lassen.
4. Als u de schakelaar loslaat, stopt de toevoer van inert gas.
3.3.11 Bedieningsparameters instellen
Toets P7 wordt ook als volgt gebruikt voor het instellen van de lasparameters:
• Druk toets P7 in voor tenminste vijf seconden. Het instelmenu wordt afgebeeld op scherm
P2.
• Selecteer parameter om het in te stellen met de linker draaiknop (P8) zodat de naam van de
parameter die u wenst wordt afgebeeld op scherm P2.
• Stel een waarde in voor de parameter met gebruikmaking van de rechter knop (P9) zodat
de waarde die u wenst wordt afgebeeld op scherm P2. De waarde die u selecteerde wordt
opgeslagen in het geheugen van het bedieningspaneel.
• Verlaat nu het instelmenu door toets P7 opnieuw in te drukken en deze vast te houden
gedurende tenminste vijf seconden of door kort de bedieningspaneel startknop (P1) in te
drukken.
© Kemppi Oy / 1515
NL
9