Gebruikershandleiding
4.20
BMC-ingangen in-/uitschakelen (bedieningsfunctie F20)
Via deze functie kunnen de BMC-ingangen 1 t/m 8 worden uit- resp. weer ingeschakeld worden.
Na de keuze van de functie, kan de gewenste ingang worden ingevoerd door:
- Directe invoer van het ingangsnummer via cijfertoetsen
- Keuze via indrukken van de 'pijltoetsen ↑↓"
Door het indrukken van de 'UIT'-toets wordt de ingang uitgeschakeld.
door het indrukken van de 'AAN'-toets wordt deze weer ingeschakeld.
De uitgeschakelde toestand, wordt op het display als tekst en via de gele LED-indicatie "Afschakeling"
aangewezen.
4.20.1
Bedieningsvoorbeeld BMC-ingang in-/uitschakelen: (bijv. BMC-ingang 2)
Display-indicatie: basistoestand
Menu
Prog. Functie
4.21
Stuurkanalen (SE) van de BMC in-/uitschakelen (bedieningsfunctie F21)
Deze functie maakt het mogelijk om afzonderlijke stuurkanalen uit de optie „Stuurmodule" uit resp. in te
schakelen.
Met de in par. 2.3 geschreven bedieningsfunctie „SE aan-uit" wordt de gehele Stuurmodule uit- resp.
ingeschakeld. Via de bedieningsfunctie F21 kunnen afzonderlijke stuurkanelen expliciet worden
gekozen en afgeschakeld.
Na de keuze van de functie, kan het gewenste stuurkanaal worden ingevoerd door:
- Directe invoer van het SE-kanaalnummer via cijfertoetsen
- Keuze via indrukken van de 'pijltoetsen ↑↓"
Door het indrukken van de 'UIT'-toets wordt het SE-kanaal uitgeschakeld.
Door het indrukken van de 'AAN'-toets wordt deze weer ingeschakeld.
De uitgeschakelde toestand, wordt op het display als tekst en via de gele LED-indicatie "Afschakeling"
aangewezen.
4.21.1
Bedieningsvoorbeeld SE-kanaal in-/uitschakelen: (bijv. stuurkanaal 1)
Display-indicatie: basistoestand
Menu
Prog. Functie
Lobeco Beveiligingen B.V.
AAN
AAN
Pagina 30 van 26
BMC 1016
UIT
UIT
NP1021.02