5
Basis voor een meting
5.1
Meetveld & meetdiepte
Het apparaat meet met een elektrisch veld (capacitieve meetproces) welke zich vanaf de onderkant
naar boven uitbreid. De meetdiepte kan via de schuifschakelaar tussen ca. 10 mm en 25 mm ingesteld
worden.
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "10 mm"
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "25 mm"
De aanduidingen 10 mm en 25 mm voor de penetratiediepte van de meting zijn slechts geschatte
waarden. De meter meet hoe dieper des te vochtiger het materiaal is. Dus wordt bij heel vochtig
materiaal en een schakelpositie "25 mm" ook dieper dan 25 mm gemeten.
Op de achterzijde van het apparaat is het meetoppervlak opgedrukt, waarop het apparaat overwegend
meet.
LET OP:
Voor nauwkeurige metingen moet het apparaat onafhankelijk van deze opdruk volledig
opliggen! Als er zich een luchtspleet tussen de meter en het materiaal bevindt wordt te
droog gemeten!
Hier een paar voorbeelden, bij welke niet nauwkeurig gemeten kan worden (weergegeven waarde is
steeds te droog):
Fout: slecht oppervlak
(hier extreem!)
Fout: onregelmatig oppervlak
Fout: te geringe materiaaldikte
7