Na de laatste parameter drukt u opnieuw op de toets ON/OFF om de instellingen op te
slaan, het apparaat wordt opnieuw gestart (segmenttest).
OPMERKING: Als er langer dan 2 minuten geen toets ingedrukt wordt, zal de configuratie
afgebroken worden. De reeds gemaakte instellingen worden niet opgeslagen.
12 Justeren van de meter
De meetprecisie kan met de testblok PW 25 (accessoires) gecontroleerd worden.
Hiertoe de materiaalkarakteristiek.".rEF" selecteren.
Eerst het apparaat- nulpunt instellen (zie paragraaf 4.6).
Leg de meter op de testblok. De meter moet de voor de GMK 210 opgedrukte waarde aangeven. Als
er afwijkingen zijn kan de meter via stijgingscorrectie ingesteld worden.
Weergave rEF = (gemeten waarde rEF * (1+ stijgingscorrectie / 100)
Voor het justeren van de meter handelt u als volgt:
•
Schakel het apparaat uit.
•
Druk op
en houdt deze ingedrukt. Apparaat weer inschakelen (kort op
Laat de sort- toets pas los, als de weergave van de eerste parameter "5.10" verschijnt.
•
Parameters met omhoog
•
Naar de volgende parameter: toets
Parameter
Waarden
Toets
Toetsen
Stijgingsfactor 10 mm meting
oF
-19 ... + 19
Stijgingsfactor 25 mm meting
oF
-19 ... + 19
Na de laatste parameter drukt u opnieuw op de toets ON/OFF om de instellingen op te
slaan, het apparaat wordt opnieuw gestart (segmenttest).
OPMERKING: Als er langer dan 2 minuten geen toets ingedrukt wordt, zal de configuratie
afgebroken worden. De reeds gemaakte instellingen worden niet opgeslagen.
of omlaag
drukken.
Betekenis
Fabrieksinstelling: of=0%
Instelling gebeurt in %
Fabrieksinstelling: of=0%
Instelling gebeurt in %
instellen.
drukken).
19