7 Bediening
–
De installatie is correct gevuld als de druk 1,5 bar
bedraagt.
Aanwijzing
Het wordt echter aanbevolen contact op te ne-
men met de installateur om het warmteopwek-
ker-CV-circuit met brijn bij te vullen.
▶
Als u vaak een drukverlies vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
6.16
Te lage waterdruk in het CV-circuit vermijden
Op de manometer op de aansluitconsole aan de achterkant
van het product kunt u de druk in het CV-circuit van de in-
stallatie aflezen.
Als geen standaard-aansluitconsole gebruikt wordt, moet op
het CV-watercircuit een manometer worden geïnstalleerd.
▶
Controleer of de druk tussen 1 bar en 1,5 bar ligt. Is de
druk in het CV-circuit te laag, vul dan via de vulvoorzie-
ning van de aansluitconsole water bij.
6.17
Functie en dichtheid controleren
Voor u het product aan de gebruiker overhandigt:
▶
Controleer de CV-installatie (warmteopwekker en instal-
latie) en de warmwaterleidingen op dichtheid.
▶
Controleer of de afvoerleidingen van de ontluchtingsaan-
sluitingen correct geïnstalleerd zijn.
6.17.1 CV-bedrijf controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
6.17.2 Warmwaterbereiding controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
7
Bediening
7.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
7.1.1
Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade aan de CV-installa-
tie leiden.
▶
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
22
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een wachtwoord
tegen toegang door onbevoegden beveiligd.
1.
Druk tegelijk op
en
◁
Op het display verschijnt het menu.
2.
Blader net zolang met
stallateurniveau verschijnt.
3.
Bevestig met (OK).
◁
Op het display verschijnt de tekst Code invullen en
de waarde 00.
4.
Stel met
of
de waarde 17 (toegangscode) in.
5.
Bevestig met (OK).
◁
Het installateurniveau met een selectie van menu-
punten verschijnt.
8
Aanpassing aan de CV-installatie
8.1
CV-installatie configureren
Om de door de warmtepomp gegenereerde waterdoorstro-
ming aan de betreffende installatie aan te passen, kan de
maximaal beschikbare druk van de warmtepomp in de CV-
en warmwaterfunctie worden ingesteld.
Deze twee parameters kunnen worden opgeroepen
via Menu → Installateurniveau → 17 → Toestel configura-
tie.
Het instelbereik ligt tussen 250 mbar en 750 mbar. De warm-
tepomp werkt optimaal, als door de instelling van de be-
schikbare druk de nominale doorstroming bereikt kan wor-
den (Delta T = 5 K).
8.2
Totale drukverliezen van het product
Geldigheid: België
OF Nederland
B
60
40
20
1000
0
1
Alleen product
2
Product met aansluitset
Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER 0020223252_02
("i").
of
, tot het menupunt In-
2
1
2000
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Druk (kPa)
A