A
U
T
O
M
A
A
U
T
O
M
A
Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie. Zodra
de printer gegevens van de computer ontvangt, selecteert hij automatisch
de juiste interface: de IEEE 1284 parallelle interface of de USB-interface.
Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele
parallelle communicatie worden aan- of uitgezet. Gebruik hiervoor het
bedieningspaneel en de selecteer de gewenste optie in het menu
PARALLEL van de modus INTERFACE. Raadpleeg
informatie hierover. Aangezien de automatische interfaceselectie in de
fabriek is ingesteld op AAN, hoeft u alleen maar de interfacekabel op de
printer aan te sluiten. (Opmerking: De computer en de printer mogen nooit
aanstaan als u de kabel aansluit of losmaakt.)
Indien nodig, moeten de interface of de seriële communicatieparameters
handmatig worden geselecteerd door via het bedieningspaneel de modus
INTERFACE te openen. Raadpleeg
hierover. Raadpleeg de handleiding van de computer of de software die u
gebruikt voor meer informatie over de instellingen op uw computer.
T
I
S
C
H
E
I
T
I
S
C
H
E
I
N
T
E
R
F
A
C
N
T
E
R
F
A
C
hoofdstuk 4
3-3
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
E
S
E
L
E
C
T
E
S
E
L
E
C
T
hoofdstuk 4
voor meer
voor meer informatie
I
E
I
E