HOOFDSTUK 1 INLEIDING
Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5
meter.
Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waar reeds andere apparaten
op zijn aangesloten, vooral geen airconditioners, kopieermachines,
papiervernietigers enz. Als een gemeenschappelijk stopcontact
onvermijdelijk is, gebruik dan een spanningsfilter.
Gebruik een spanningstabilisator als de stroomtoevoer niet stabiel is.
Omgeving
Vermijd extreme temperaturen en vocht. Gebruik de printer alleen binnen
de volgende minimum- en maximumwaarden.
Omgevingstemperatuur: 10° C tot 32,5° C
Vochtigheid van omgeving:
Plaats de printer zo, dat de ventilatieopeningen boven aan de printer niet
worden geblokkeerd. Leg nooit voorwerpen boven op de printer, vooral niet
op de ventilatieopeningen.
Het ozonfilter van de printer dient te allen tijde geïnstalleerd te zijn.
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
De printer mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. Moet de printer
noodgedwongen toch in de buurt van een raam worden opgesteld, gebruik
dan gordijnen of lamellen om het apparaat te beschermen.
Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of
een sterk magnetisch veld opwekken.
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen
worden voortgebracht. Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de
printer beschadigen.
Plaats de printer op een vlak en horizontaal oppervlak.
Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte.
Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner.
Plaats deze printer niet in een kamer waar ook een luchtbevochtiger staat.
20% tot 80% (zonder condensvorming)
1-14