32
3.14
Overige funkties.
3.14.1 Laspistool funkties voor het snel instellen van de
lasstroom I
Instellen van de lasstroom I
Door kort indrukken (< 0,5 seconden) van de toortsknop 1 wordt de
instelmogelijkheid voor de lasstroom I
digitale display [26] wordt de waarde voor de lasstroom I
draaien aan de druk- en draaiknop [27] kan de waarde voor I
Door indrukken van de toortsknop 1 kunnen afhankelijk van de instelling al
HF ontstekingsimpulsen afgegeven worden.
Instellen van de lasstroom I
Door kort indrukken (< 0,5 seconden) van de toortsknop 2 wordt de
instelmogelijkheid voor de lasstroom I
digitale display [26] wordt de waarde voor de lasstroom I
draaien aan de druk- en draaiknop [27] kan de waarde voor I
Wanneer binnen 2 seconden geen verandering aan de lasstroom I
vindt, dan volgt weer de terugsprong naar de daarvoor ingestelde lasparameter.
De activering is vanuit iedere lasparameter mogelijk, bijvoorbeeld wanneer
gasnastroomtijd geselecteerd is.
3.14.2 Instellen van de lasstroom I
laspistool.
Hiervoor moet de secundaire parameter SP2 op „1" ingesteld zijn (zie hoofdstuk
3.13, secundaire parameters).
Met het Up/Down laspistool kunnen de stroom I
omhoog of omlaag geregeld worden. De ingestelde waarde wordt in het digitale
display [26] weergegeven.
Het omhoog en omlaag regelen van I
taster (LED voor lasstroom I
Voor het omhoog en omlaag regelen van I
indrukken van de toortsknop 2 geselecteerd worden (LED voor lasstroom I
knippert daarbij). Het omhoog en omlaag regelen van I
indrukken van de Up/Down taster.
Tijdens het lassen kan op ieder moment de actieve stroom I
omlaag geregeld worden. Wordt voor 2 seconden geen Up/Down ingedrukt, dan
volgt de terugsprong op I
Wordt tijdens het pulsen de lasstroom I
geregeld, dan wordt de waarde voor de lasstroom I
verandert, d.w.z., dat de procentuele verhouding van I
I
behouden blijft (bijvoorbeeld aanvangwaarde I1 = 100 Ampère, I2 = 50 Ampère
1
resulteert in eindwaarde I1 = 200 Ampère, I2 = 100 Ampère).
en I
1
2.
(voor aanvang).
1
geselecteerd (LED [7] knippert). In het
1
(voor aanvang).
2
geselecteerd (LED [9] knippert). In het
2
1
kan door het indrukken van de Up/Down
1
knippert daarbij).
1
2
(LED [7] brand).
1
door Up/Down omhoog of omlaag
1
Funktiebeschrijving
aangeduid. Door
1
veranderd worden.
1
aangeduid . Door
2
veranderd worden.
2
resp. I
1
en I
met Up-/Down
2
en I
voor en tijdens het lassen
1
2
moet eerst de lasstroom I
gebeurt daarbij door het
2
of I
1
2
in dezelfde verhouding
2
tot I
bij verandering van
2
1
plaats
2
door
2
2
omhoog of