Funktiebeschrijving
Toortsknop 1
Gasventiel
Lasstroom
3.5.16 Druk- en draaiknop (R-Pilot).
De druk- en draaiknop [27] is centraal geplaatst en zowel door links- als
rechtshandige te bedienen. Door de speciale bevestiging is hij zeer goed tegen
mechanische belasting beschermd. De druk- en draaiknop heeft geen aanslag,
zodat "doordraaien" niet mogelijk is.
3.6
Funkties.
Met de druktaster [17] wordt de keuze tussen de funkties 4-Takt- en 2-Takt
lassen gemaakt, waarbij de aanduiding LED's [18] de ingestelde funktie
aangeeft.
3.6.1
4-Takt funktie.
Bij 4-Takt lassen vervalt het permanente vasthouden van de toortsknop, hierdoor
kan het laspistool langere tijd zonder vermoeidheidsverschijnselen worden
vastgehouden.
Verloop van de 4-Takt funktie:
1. Takt: Toortsknop indrukken.
Het magneetventiel voor het beschermgas wordt geopendt.
De boog wordt na afloop van de ingestelde gasvoorstroomtijd ontstoken.
De lasstroom neemt de als startstroom ingestelde waarde aan.
2. Takt: Toortsknop loslaten.
De lasstroom stelt zich automatisch in de ingestelde stroomoplooptijd op de
ingestelde waarde voor I
3. Takt: Toortsknop indrukken.
De stroom stelt zich met de ingestelde stroomaflooptijd in op de voor
eindkraterstroom ingestelde waarde.
De lasstroom blijft op de voor de eindkraterstroom ingestelde waarde.
4. Takt: Toortsknop loslaten.
De boog dooft.
het beschermgas stroomt met de ingestelde gasnastroomtijd na.
Afbeelding 5:
Verloop bij 4-Takt lassen.
in.
1
t
t
t
23