opblaasbare
vloerplaat
LodeStar heeft twee types opblaasbare
vloerplaten.
Type 1: NSA-modellen Dit is een platte opblaasbare
vloerplaat met een afzonderlijke opblaasbare kiel en
een steunplank:
B
A
D
C
1. Plaats de flappen (A) op de korte kant van de vloer
in de spiegeltrack (B).
2. Installeer de steunplank (C) zo ver mogelijk
vooraan de bakboord- en stuurboorddrijvers. De
steunplank moet onder de luchtvlonder worden
geplaatst en bovenop de kiel (D) op de verstevigde
plek die zich bevindt aan de binnenkant, tegenover
de drijvers.
3. Plaats de lege luchtvlonder (D) in de onderkant
van de opgeblazen boot (blaas de kiel NIET op).
Zorg dat de opening zich recht boven het ventiel van
de kiel bevindt.
•
Vul de opblaasbare vloerplaat tot ongeveer 50%
luchtdruk.
•
Druk de zijkanten van de vloerplaat zo ver
mogelijk onder de drijvers.
4. Blaas de luchtvlonder op tot minimaal 700 en
maximaal 825 mb.
Wij raden u aan de LodeStar dubbelwerkende pomp
(e) te gebruiken voor het opblazen van de
luchtvlonder. Gebruik GEEN persluchtinstrument
tenzij het is uitgerust met een drukregelaar die is
ingesteld op 825 mb.
5. Blaas de kiel op.
6. Sluit de ventielen door de dopjes erop te zetten en
ze naar rechts te draaien.
LodeStar opblaasboot – gebruikershandleiding
spiegel
spiegeltrack
Type 2: 3D-V modellen: Dit is een opblaasbare
vloerplaat met een ingebouwde kielfunctie en
steunplank.
B
C
A
1. Plaats de opvouwbare steunplank (C) achterin de
boot en duw hem in de richting van de spiegel.
2. Plaats de flappen (A) op de korte kant van de vloer
in de spiegeltrack (B).
3. Vul de boot tot ongeveer 25% luchtdruk.
4. Zet de voor 25% gevulde 3D-V vloer op de bodem
van de boot.
Zorg dat de bodem/het kielgedeelte zich in het
midden van de boot bevindt.
Druk de zijkanten van de vloerplaat zo ver mogelijk
onder de drijvers.
5. Blaas de boot volledig op (zie paragraaf 3.4 voor
de juiste vulwijze voor de hele boot).
6. Blaas vervolgens de ingebouwde opblaasbare
vloerplaat op.
3.7
Roei-uitrusting
De LodeStar boten zijn standaard uitgerust met
peddels of roeispanen, roeidollen en een roeibank.
•
Zorg dat de zitting op de juiste manier is
geïnstalleerd (zie paragraaf 3.3).
•
Om de roeispanen in de roeidollen te plaatsen,
trekt u de roeispanen over de roeidolpennen.
•
Om te voorkomen dat u de roeispanen verliest,
moet u het kapje op de roeidol plaatsen.
•
Hang de roeispanen wanneer ze niet worden
gebruikt in de klemmen aan de zijkanten van de
boot.
Voordat gevaren wordt met de roeispanen of een
kleine buitenboordmotor, moet u zich op de hoogte
stellen van de plaatselijke omstandigheden. Het is
mogelijk dat het vermogen van de boot niet sterk
genoeg is om tegen een zeer sterke tij- of
rivierstroom in te kunnen varen.
Pagina 11 van 22