Edelmanboor.
Het conisch gevormde boorlichaam van de Edelmanboor bestaat uit twee
bladen (1) die aan de onderkant samenkomen in de boorpunt (2), en aan de
bovenkant via een beugel (3) aan de boorstang (4) bevestigd zijn. De twee
bladen liggen in de boorpunt naast elkaar en vormen a.h.w. twee lepels. Bij
het boren draait de boorpunt in de grond, en voert deze de grond vanaf de
bodem van het boorgat regelmatig het boorlichaam in. De functie van de
boorbladen is het opnemen en bij elkaar houden van het grondmonster in het
boorlichaam, zodanig dat het tevens makkelijk te lossen is. De verschillende
types Edelmanboren wijken van elkaar af in bladbreedte (zie 2. Technische
specificaties) en vorm van de boorpunt. Er zijn vier types:
a. Klei-type
b. Combinatie-type
c. Zand-type
d. Grof-zand-type
a. Edelmanboor klei-type. Omdat vochtige kleigrond in het algemeen sterk
cohesief is, zijn de bladen van dit boortype vrij smal. De boor ondervindt
hierdoor weinig weerstand met de grond.
b. Edelmanboor combinatie-type. De bladen van het combinatie-type
Edelmanboor zijn iets breder en boller dan die van het klei-type. Hierdoor
kunnen weinig-cohesieve gronden vrij goed vastgehouden worden, terwijl
cohesieve gronden nog vrij gemakkelijk gelost kunnen worden. De
boorpunt is langer dan bij het klei-type, waardoor de boor zich gemakkelijker
in stuggere gronden kan draaien.
c. Edelmanboor zand-type. Dit type Edelmanboor is geschikt voor weinig-
cohesieve gronden zoals vochtige zandgrond. De langere, gedraaide boorpunt
van dit boortype zorgt ervoor dat de boor zich gemakkelijk in de grond snijdt.
De bladen van het zand-type zijn breder dan bij het combinatie-type, waardoor
de boor een groter draagvlak heeft om grond vast te houden.
d. Edelmanboor grof-zand-type. Dit type Edelmanboor is geconstrueerd uit het
zand-type, waarvan de bladen zijn verbreed. Hierdoor ontstaat een sterk
gesloten boor (zie figuur) die ook gronden met weinig of geen cohesie vast
houdt, zoals grof-zandige of zeer droge zandgronden.
Riversideboor.
Bij harde, droge gronden kan de centrische boorpunt van de Edelmanboor zich
niet meer de grond in draaien, en wordt de Riversideboor gebruikt. Het boor-
lichaam bestaat uit een open buis (1) met daaronder twee lepelvormige boor-
wangen (2) die via een beugel (3) aan de stang (4) bevestigd zijn. De schuin naar
beneden gerichte punten van de boorwangen schrapen de grond los waarna het
regelmatig in de buis wordt gestuwd. Het monster blijft daarin ztten door een
zekere compactie. De boorwangen wijken iets uit ten opzichte van de buis,
waardoor de boor minimale wrijving met de grond ondervindt.
Boor voor grindrijke grond.
Deze boor is zwaarder en robuuster dan de overige boortypes. De boor heeft
enigszins uitstaande, schuine punten die naar elkaar toe gebogen zijn. Zij vormen
een min of meer gesloten boorlichaam. De bladen zijn in het midden en aan de
bovenzijde aan elkaar bevestigd, maar raken elkaar bij de punten niet. Hierdoor
ontstaat een zekere flexibiliteit. De punten snijden zich tijdens het boren omlaag.
Eventuele stenen worden ingeklemd tussen de boorbladen, terwijl ook het iets
fijnere bodemmateriaal (zoals grof zand met fijn grind) in de boor blijft.
3
4
3
1
2
Edelmanboor combinatietype
( l i n k s ) e n g ro f - z a n d - t y p e ( re c h t s ) .
Diameter 10 cm.
4
3
1
2
Riversideboor.
Diameter 10 cm.