Functiebeschrijving
4.7 Transport over de weg
Naast de belangrijke veiligheidsmaatregelen die in hoofdstuk 3 benoemd worden moet u tevens de
onderstaande controlepunten/ handelingen verrichten voordat u transport over de weg mag aanvangen.
Let op deze paragraaf bevat de basis stappen die benodigt zijn. Ieder werktuig heeft zijn eigen speciale
handelingen. Raadpleeg altijd de handleiding van het juiste werktuig voor de specifieke handelingen.
1. Controleer indien aanwezig of de bemester/ injecteur of sproeiboom geheel is ingeklapt
2. Controleer of de hydraulische vergrendelingshaak de bemester/ injecteur of sproeiboom vergrendelt.
3. Controleer indien aanwezig of de meeloop as bij het achteruitrijden hydraulisch is geblokkeerd.
4. Controleer of de hefinrichting volledig omhoog is ingetrokken.
5. Controleer het functioneren van het remsysteem en verlichting alvorens men zich op de openbare weg
begeeft.
4.8 Aankoppelen van een bemester
Let op deze paragraaf bevat de basis voorschriften die benodigt zijn om een bemester achter uw machine te
bevestigen. Ieder werktuig heeft zijn eigen speciale voorschriften. Raadpleeg altijd de handleiding van het
juiste werktuig.
1. Breng de heflatten op de juiste hoogte door middel van het bedieningspaneel.
2. Monteer de bevestigingspennen in de gewenste gaten en borg deze met de meegeleverde splitpennen.
3. Monteer de topstang in de gewenste gaten en borg ook deze met de meegeleverde splitpen.
4. Zet de motor van het trekkend voertuig stil en verwijder de contactsleutel.
5. Zorg bij een hydraulisch systeem dat deze drukloos is en dat de machine beveiligd is tegen wegrollen.
6. Monteer de hydraulische koppelingen van het werktuig aan de tank.
7. Monteer de mesttoevoerslang en de optionele afblaasslang.
8. Start de motor van het trekkend voertuig.
9. Lift de hefinrichting.
10. Klap de machine volledig in.
11. Controleer of de vergrendelingshaak over de vergrendelingspen valt.
54