6.5.7.2 Negatieve veerweg afstellen
Negatieve veerweg of sag is het inveren van de
achterbouwdemper onder het gewicht van de
berijder. Bij een correct afgestelde sag kan het
voorwiel tijdens het rijden de oneffenheden van
het terrein beter volgen. Wanneer de positieve
vuldruk wordt verhoogd, wordt ook de sag
verhoogd. De vorkblokkering moet geopend zijn.
2
Afbeelding 59: Bij het doorveren (pijl) wordt de O-ring (1)
vanaf de afdichting (2) naar onder geschoven
Voer deze afstelling uitsluitend uit met 2
personen.
1 De helper moet het voertuig stabiliseren.
2 Laat de berijder op het voertuig gaan zitten.
3 Laat de achterbouwdemper 2 à 3 keer licht
doorveren.
4 De helper moet de O-ring tegen de afdichting
schuiven.
5 Laat de berijder voorzichtig van het voertuig
afstappen zonder de achterbouwdemper in te
laten veren.
6 Noteer de procentuele sag bij de aanslag van
de O-ring.
De optimale procentuele sag van de
achterbouwdemper bedraagt 25%.
De sag kan met ±5% aan de voorkeuren van de
berijder worden aangepast.
7 Pas de druk naar wens aan en controleer de
sag opnieuw.
•
Laat lucht af als de druk te hoog is
•
Pomp de achterbouwdemper voorzichtig op als
de druk te laag is.
8 Breng na het oppompen de ventieldop aan.
MY21Z01 - 16_1.0_10.03.2020
6.5.7.3 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na het inveren weer naar de volle lengte
uitveert. Deze snelheid heeft effect op het
wielcontact met de ondergrond, wat op zijn beurt
de controle en efficiency beïnvloedt. De
achterbouwdemper moet snel uitveren om tractie
te behouden, zonder onrustig of springerig aan te
voelen. Bij een te sterke trekdemping kan de
achterbouwdemper voor de volgende stoot niet
snel genoeg uitveren.
1
Afbeelding 60: Hardheid van de trekdemper afstellen met
het afstelwiel (1) van de achterbouwdemper
Zet het afstelwiel in de middelste stand.
Rijd met het voertuig over een kleine hindernis.
De optimale afstelling van de trekdemper is
Wijzig de afstelling door te draaien aan het
•
•
2
2
bereikt, wanneer de terugveerbeweging van
het achterwiel vergelijkbaar aanvoelt als van
het voorwiel.
instelwiel, wanneer het achterwiel wezenlijk
sneller of langzamer terugveert dan het
voorwiel.
Draai om de uitveersnelheid te verhogen, het
afstelwiel linksom.
Draai om de uitveersnelheid te verlagen, het
afstelwiel rechtsom.
Gebruik
1
3
55