1.
Selecteer Spoor vastleggen op de gewenste positie om het
opnemen van een nieuw spoor te starten.
2.
Selecteer Spoor opslaan om de eindpositie voor het spoor te
selecteren. Het dialoogvenster voor het wijzigen van het spoor
verschijnt.
3.
Selecteer Route aanmaken. Het dialoogvenster Route wijzigen
verschijnt.
4.
Voer de gegevens voor de route in en sla hem op.
Navigatie modus
In de Nav. modus kunt u de stuurautomaat gebruiken om de boot
naar de cursorpositie, naar een waypoint positie, of over een vooraf
gedefinieerde route te sturen. De positie informatie van het GPS
wordt gebruikt om de boot op de te volgen lijn naar het
bestemmingspunt te houden.
Wanneer u de navigatie start vanuit een applicatie (kaart, besturing,
radar, enz.), wordt u gevraagd de stuurautomaat in de Nav. modus
in te schakelen.
U kunt de Nav. modus ook vanaf de stuurautomaat
bedieningseenheid activeren nadat de navigatie is gestart.
Wanneer u de bestemming bereikt, schakelt de stuurautomaat over
naar de door u ingestelde Aankomst modus. Zie "Stuurautomaat
instellingen" op pagina 110.
Trollingmotor snelheidsregeling
In navigatie modi (koers vastzetten, nav. modus en wendpatroon
besturing) zijn er twee manieren om de snelheid te regelen:
•
Prop - selecteert een gewenste propeller snelheid (percentage
van vermogen), weergegeven als "%" in de stuurautomaat
informatiebalk.
Stuurautomaat
| HDS Gen3 Bedieningshandleiding
109