Installatie- en gebruiksaanwijzing
2.4.3. Stroomrichting
De stroomrichting wordt door de pijl (1) op de behuizing en op de sensorbuis van de METPOINT
INDICATIE
Verdere informatie
De behuizing kan indien nodig (bijv. bij het veranderen van de stroomrichting) gedraaid worden. Voor
verdere informatie zie„Draaien van de behuizing" op pagina 17.
12
1
FLM weergegeven.
®
METPOINT
NL
SF13
®