Voeg de volgende onderdelen toe aan
de EC-doseergroep:
EC-bakken.
Twee EC-sensoren (een
regelsensor en een
verificatiesensor).
Voeg het volgende onderdeel toe aan
de EC-bakken:
Roerder.
Voor de EC-doseergroep dient u in te
stellen of deze meststoffen doseert op
basis van EC en/of kwantiteit.
Dubbelklik op de EC-
doseergroep. Het venster
Control type opent.
Selecteer uw
voorkeursinstellingen.
Klik op de knop Ok.
U heeft de EC-doseergroep
geconfigureerd.
Bij de EC-bakken dient u in te stellen
wat de capaciteit van de venturi's
(doseerkanalen) is.
Selecteer de EC-bak.
Klik op het tabblad Start.
Klik op de knop Settings.
Vul de capaciteit van de
venturi's in.
5.2.2
Configuratie controleren
De configuratie van de CX Assistant wordt opgeslagen in een bestand, genaamd:
sitefile. Dit bestand wordt vervolgens geüpload naar de Ridder CX500 op de IPC.
De Ridder CX500 stuurt de FertiMiX Pro C aan. Deze software draait op de IPC
die in het hoofdpaneel is geplaatst.
FertiMiX
41