Inhoudsopgave
Advertenties
Nr.
Stap
Inbedrijfstelling
4
Gebruik de laatste softwareversie van de
CX Assistant, Ridder CX500 en Synopta.
5
Software configuratie
6
Controleer de instellingen (van de Ridder
CX500 regelingen) in Synopta.
7
Kalibreer de EC- en pH-sensoren.
8
Breng de FertiMiX op druk.
9
Ingebruikname doseerkanalen
10
Test de FertiMiX door een kleine
gietbeurt te geven.
Gebruik de Bijlage: "Checklist stappenplan installatieprocedure" op pagina 59
om te controleren of alle installatiestappen zijn uitgevoerd.
4.3
Aansluiten water (waterzijdige installatie)
Voor de waterzijdige installatie doorloopt u de volgende stappen:
1. Verwijder de dummy pijpen uit de in- en uitlaat van de FertiMiX. Deze zijn daar
alleen ten behoeve van het transport geplaatst.
2. Sluit de FertiMiX aan op de leidingen voor wateraanvoer en -afvoer.
3. Sluit de meegeleverde toevoerslangen voor de meststoffen (en zuur) aan op de
doseerkanalen.
De FertiMiX Pro C is gebouwd in metrische maten; verloopstukken naar
imperiale maten zijn standaard meegeleverd.
Maak een configuratie met de CX
Assistant.
Controleer de configuratie.
Upload de configuratie naar de
IPC.
Geef een korte gietbeurt op basis
van het fertigatierecept om de
doseerkanalen te testen.
Plaats de aanzuigslangen in de
juiste meststof-/zuurbak.
Zorg dat de vloeistofniveaus in alle
doseerkanalen gelijk en op de
ingestelde capaciteit staan.
FertiMiX
Zie hiervoor paragraaf
"Software update" op pagina 37.
"Software configuratie" op pagina
38.
"Software-instellingen" op pagina
44.
"Sensoren kalibreren" op pagina
45.
"De FertiMiX op druk brengen" op
pagina 45.
"Ingebruikname doseerkanalen"
op pagina 46.
"De FertiMiX testen" op pagina
47.
33
Advertenties
Inhoudsopgave
