4
Installatie
Dit hoofdstuk is bestemd voor de dealer van de FertiMiX Pro C.
Dit hoofdstuk beschrijft de volgende onderwerpen:
Installatie-eisen;
Aansluiten van de verschillende onderdelen.
In de paragraaf "Stappenplan installatie en inbedrijfstelling" op pagina 32
vindt u een overzicht van de stappen. Gebruik de Bijlage: "Checklist
stappenplan installatieprocedure" op pagina 59 om te controleren of de
stappen zijn uitgevoerd.
4.1
Eisen aan de installatie
Deze paragraaf beschrijft de eisen die aan de installatie van de FertiMiX worden
gesteld.
4.1.1
Eisen aan de dealer
De installatie van de FertiMiX Pro C en de overige componenten, samen met de
installatie en configuratie van de software, dienen door een bevoegde dealer te
worden uitgevoerd. Ridder Growing Solutions beschouwt een dealer als bevoegd, als
deze aan de volgende eisen voldoet.
De dealer:
heeft een training voor de Ridder CX500 met goed gevolg afgelegd bij Ridder
Growing Solutions.
heeft algemene kennis installatietechniek (waterzijdig en elektrotechnisch).
heeft ervaring met Microsoft Windows
netwerkomgeving) vanaf versie 8.
is in staat Engelstalige instructies te begrijpen en uit te voeren.
heeft kennis van de inhoud van deze installatie- en gebruikershandleiding.
4.1.2
Eisen aan de plaatsing
De volgende eisen gelden voor het plaatsen van de FertiMiX Pro C in de ruimte:
Plaats de FertiMiX Pro C waterpas.
Installeer de FertiMiX Pro C op een verharde, voldoende dragende ondergrond.
Zorg voor een droge stofvrije ruimte (1)
Controleer de omgevingstemperatuur. Deze dient te liggen tussen 5°C - 30°C
(41°F - 86°F) (2).
Controleer de luchtvochtigheid met een maximale relatieve vochtigheid (RV)
van 85%; zonder condensatie (3).
1
De nummers verwijzen naar de nummers in Figuur 4-1.
30
FertiMiX
®
bestuurde computersystemen (in een
1
.