7
|
Installatie van de leidingen
Materiaal koelmiddelleidingen
7.1.2 De koelleidingen isoleren
7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
Uitgebreide handleiding voor de installateur
36
▪
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper.
▪
Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte
Buitendiameter leiding
(Ø
)
p
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Gebruik
afzonderlijke
koelgasleidingen.
Hoe korter de koelmiddelleiding, des te beter de prestaties van het systeem.
De leidinglengte en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten.
Kortst toelaatbare lengte per kamer is 3 m.
Lengte koelmiddelleiding naar elke
binnenunit
≤25 m
Buitenunit hoger
geïnstalleerd dan
binnenunit
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
Binnendiameter isolatie
(Ø
)
i
8~10 mm
12~15 mm
14~16 mm
warmte-isolatiebuizen
Totale lengte koelmiddelleiding
Hoogteverschil
buitenunit-binnenunit
≤15 m
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,8 mm
Isolatiedikte (t)
≥10 mm
≥13 mm
≥13 mm
voor
de
koelvloeistof-
≤50 m
Hoogteverschil
binnenunit-binnenunit
≤7,5 m
R32 Split-reeks
4P678385-1A – 2022.02
t
en
4MWXM-A