Informatie voor beheerders
4. Geef een geldigheidsperiode op voor het certificaat.
5. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
6. Klik op OK.
De scanner wordt bijgewerkt.
Opmerking:
U kunt de certificaatgegevens controleren op het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat > Zelfondertekend
certificaat. Klik tenslotte op Bevestigen.
Gerelateerde informatie
"Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser" op pagina 27
&
Een CA-certificaat configureren
Wanneer u het CA-certificaat instelt, kunt u het pad verifiëren naar het CA-certificaat van de server waartoe de
scanner toegang krijgt. Hiermee kan imitatie worden voorkomen.
U kunt het CA-certificaat ophalen bij de certificeringsinstantie waar het CA-ondertekend Certificaat is uitgegeven.
Een CA-certificaat importeren
Importeer het CA-certificaat naar de scanner.
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat.
2. Klik op Importeren.
3. Geef het CA-certificaat op dat u wilt importeren.
4. Klik op OK.
Wanneer het importeren is voltooid, keert u terug naar het scherm CA-certificaat en wordt het geïmporteerde
CA-certificaat weergegeven.
Gerelateerde informatie
"Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser" op pagina 27
&
Een CA-certificaat verwijderen
U kunt een geïmporteerd CA-certificaat verwijderen.
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat.
2. Klik op Wissen naast het CA-certificaat dat u wilt verwijderen.
3. Bevestig dat u het certificaat in het weergegeven bericht wilt verwijderen.
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
148
>
Een digitaal certificaat gebruiken