Als u de voicerecorder aansluit op op een computer kunt u het volgende doen:
• U kunt inhouds- of muziekbestanden in
MP3- en lineaire-PCM (WAV)-indeling
die op uw computer zijn opgeslagen,
openen.
• U kunt de voicerecorder gebruiken als
extern opslagmedium om gegevens op
uw computer op te slaan of ervanaf te
laden (
Blz. 22).
g
5
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een computer
• Wanneer een bestand wordt geüpload naar of gedownload vanaf de
voicerecorder, gaat de gegevensoverdracht door zolang het LED-indicatielampje
van de voicerecorder knippert, ook nadat het gegevenscommunicatiescherm
op de computer is uitgegaan. Koppel de USB-connector nooit los voordat de
gegevenscommunicatie is voltooid. Gebruik altijd de procedure op
om de USB-connector los te koppelen. De gegevens worden mogelijk niet correct
overgezet als u de connector loskoppelt voordat het station is gestopt.
• Formatteer (initialiseer) het station van de voicerecorder niet vanaf een computer.
Als het formatteren wordt uitgevoerd op een computer, wordt dit niet correct
uitgevoerd. Gebruik het menu [Formatteren] van de voicerecorder om te
formatteren (
• Mappen of bestanden van de voicerecorder die werden verplaatst of waarvan de
naam werd gewijzigd op een bestandsbeheerscherm op de computer, kunnen in
een andere volgorde worden geplaatst of onherkenbaar worden.
• Om te voorkomen dat elektronische apparaten in de buurt hinder ondervinden
van storingen, koppelt u de externe microfoon en oortelefoon los wanneer u de
voicerecorder verbindt met een computer.
NL
72
Gebruik met een computer
Blz. 70).
g
• De oortelefoon is optioneel.
Blz. 74
g