Opnamemenu [Opnamemenu]
Het opnameniveau selecteren
[Opnameniveau]
U kunt het opnameniveau (gevoeligheid)
aanpassen overeenkomstig uw
opnametoepassing.
[Hoog]:
Geschikt om colleges, grote
conferenties en andere toepassingen
4
met ver verwijderde of zachte
geluidsbronnen op te nemen.
[Laag]:
Geschikt om dictaten op te nemen.
[Automatisch]:
Het opnameniveau verandert altijd
automatisch aan de hand van het
volume van het ingevoerde geluid.
Geschikt voor het opnemen van alle
geluiden.
TIP
• Om de stem van de spreker
duidelijk op te nemen, stelt u
[Opnameniveau] in op [Laag] en
plaatst u de ingebouwde microfoon
van de voicerecorder dicht bij de
mond van de spreker (op 5 tot 10 cm
afstand).
NL
58
De opnamemodus instellen
[Opnamemodus]
U kunt prioriteit toekennen aan de
geluidskwaliteit of de opnametijd.
Selecteer de opnamemodus die het best
geschikt is voor uw opnametoepassing.
[MP3 128kbps]
[MP3 64kbps mono]*
[MP3 8kbps mono]*
[PCM 22.05k mono]*
* Mono-opname
TIP
• De geluidskwaliteit neemt toe
naarmate de opnamesnelheid
toeneemt.
• Door een hogere opnamesnelheid in
te stellen, wordt het bestand groter.
Controleer of u genoeg vrij geheugen
hebt voordat u de opname start.
• Om conferenties en presentaties
duidelijk op te nemen, is het aan
te bevelen [Opnamemodus] in te
stellen op [MP3 128kbps].
OPMERKING
• Wanneer [Opnamemodus] is
ingesteld op stereo, wordt een
opname met een aangesloten
externe monomicrofoon alleen
opgenomen op het linkerkanaal.
• Wanneer [Opnamemodus]
is ingesteld op [MP3 8kbps
mono], wordt de (R)-zijde van de
ingebouwde microfoon automatisch
uitgeschakeld.